beauté, luxe, calme et volupté’. Thans worden, niet zonder reden, de schrijvers tot de meest onscrupuleuzen onder de aardebewoners gerekend, en de schilders, musici en anderen van wie men zou menen, dat zij leven door te doen wat zij graag doen (een soort omschrijving dus van ‘roeping’), schijnen merendeels tot dat selecte gezelschap te behoren, waarvan het hopeloos is iets te verwachten. De beschavingsdragers, zo verzuchten de bellers en dicteerders, laten ons lelijk in de steek.
De kwestie is, dat die ‘beschavingsdragers’ sinds lang in een duidelijke crisis verkeren. Zij voelen zich niet alleen niet thuis in die ideale ruimten welke het verleden voor hen gereserveerd had, zij hebben ook het vertrouwen in die ruimten, in die werkkamers en cellen, in die beperkte, doch nooit als beperkt ervaren, vrijheid, überhaupt verloren. Wil men tragisch doen, dan zou men kunnen beweren, dat de kunstenaar niet langer aan de noodzaak van zijn zending gelooft, dat hij aan zijn eigen bestaansreden twijfelt. Blijft men wat meer optimistisch, dan kan men zich vergenoegen met de vaststelling, dat de wet van vraag en aanbod, die men overal in werking ziet, klaarblijkelijk ook hier is begonnen te heersen. Waar het aan opdrachten, uitnodigingen, cheques en beurzen niet ontbreekt, zou het wel dwaas van de aldus gezochten zijn, niet ja te zeggen, het geld in de zak te steken en voor de rest net als de anderen te doen. Wij leven nu eenmaal in een consumptiemaatschappij, en het mag geen ideale orde zijn, die hier heerst, maar een orde is het. Tenminste, voor de deelnemers lijkt het een orde. Maar doet het dat ook voor iedereen? Wie maar iets van de moderne kunst afweet, begrijpt, dat het laatste woord dat de kunstenaar van vandaag gebruikt, ‘beschaving’ is: voor hem een holle, pretentieuze klank, even onverdraaglijk als burgerlijk. Anders dan de burger, is de kunstenaar er wellicht niet zo tuk op zijn verplichtingen te erkennen, zijn toezeggingen na te komen, zijn schulden te betalen. Maar één schuld erkent hij, en die zit hem dwars: zijn schuld aan de anarchie. Het is niet voor niets, dat zoveel moderne kunst, of het nu schilderijen of boeken zijn, zich met datgene bezighoudt, wat de gezeten