verloren - wat een bakermat voor een romantische ziel! De jongen bezat al spoedig geen vader meer: de man die hem verwekt had, behandelde hem op dezelfde wijze als hijzelf, vader geworden, zijn kinderen zou behandelen. Proletariërs die alleen de proles, het kroost, het hunne kunnen noemen, maar zelfs op dit bezit geen prijs meer stellen. Inderdaad betekent de opkomst van Rousseau de verschijning van de proletariër in de wereldliteratuur. De proletariër die de cultuur haatte en baron d'Holbach: ‘U bent me te rijk’ toeschreeuwde, die, als lakei, tegelijk bang voor de grote lui én voor de andere bedienden was en die zo'n afkeer van de maatschappij en haar conventies had, dat toen hij na een bijna dertigjarig samenleven de nederige Thérèse Levasseur besloot te huwen, dit slechts onder een aangenomen naam verkoos te doen. Het kan niet ontkend worden, dat hij zelf leefde naar zijn principes - maar was het niet veeleer zo, dat juist zijn levensgewoonten en eigenaardigheden hem dwongen dit te prediken en dat af te zweren? Bezit had hij nooit gehad, met geld wist hij niets aan te vangen, hij was te verlegen om een winkel binnen te gaan. Daarom: alle luxe is verderfelijk, elk idee van eigendom, rang, stand, arbeidsverdeling, beschaving, wetenschap, kunst is uit den boze. De mens is van nature goed, maar de maatschappij heeft een egoïst, een gevaarlijk wezen van hem gemaakt.
De boeken waarin deze leuzen - want dat zijn het; de ideeen stammen van anderen, van Montaigne, Buffon, Locke - zijn neergelegd, hebben de auteur ervan beroemd gemaakt, maar zij worden niet meer gelezen. Wij kennen hun titels, La Nouvelle Héloïse, La Contrat Social, Emile, en op school wordt ons geleerd wat zij behelzen. Zo horen wij ook, dat het Contrat de Franse Revolutie heeft voortgebracht, de democratie, het algemeen stemrecht, de moderne wereld, het moderne denken. Het is ongelooflijk, dat een betrekkelijke ignorant, die zijn kennis van horen zeggen had en over wie Hume verbaasd opmerkte: ‘Maar hij heeft niets gelezen!’ dit tot stand heeft kunnen brengen; en wij zijn dan ook geneigd Albalat bij te vallen, wanneer deze verklaart, dat iemand wie zoiets lukt, meer is dan alleen maar een groot schrijver: een