De uil met zeven zuurtjes(1959)–Diet Huber– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Daar was eens een oud mannetje Daar was eens een oud mannetje dat dacht: Ik ben een haan! Hij kraaide 's morgens zo hard hij kon en ging op het kippenhok staan. Maar toen hij daar genoeg van had toen dacht hij: Ik ben een konijn! Hij maakte een hol en huppelde rond en knabbelde koolblaadjes fijn. Maar toen hij daar genoeg van had toen dacht hij: Ik ben een bok! Hij stootte de mensen met zijn hoofd en mekkerde in een hok. [pagina 37] [p. 37] Maar toen hij daar genoeg van had toen dacht hij: Ik ben een hond! Hij rolde zich op in zijn mandje en zijn etensbak stond op de grond. Maar toen hij zo krom in die hondemand lag toen dacht het mannetje op een dag: Ik weet het! Ik ben een oud mannetje! Hij kookte wat soep in een pannetje, hij at en hij dronk een geweldige boel, hij deed zijn pantoffels aan, zat in zijn stoel, hij stak een lekker vers pijpje aan en keek om zich heen en lachte voldaan. Zo zit hij nu voortaan van 's morgens vroeg, en hiervan krijgt hij nu NOOIT genoeg! Vorige Volgende