R.
[Ragtime]
Ragtime. De ragtime heeft een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis der Jazzmuziek voor en tijdens den wereldoorlog. De ‘negerswing’ (zie Swing!), fundament der moderne Jazzmuziek, is gebaseerd op een in onveranderlijk tempo aanhoudend vierdeelig metrum, vier tellen in de maat, waarbij een belangrijke factor is de spanning der beheersching van een zooveel mogelijk gelijkmatige en afzonderlijke betoning der vier tellen. Nu is de hypothese gerechtvaardigd, volgens welke de ragtime te beschouwen zou zijn als (ongewilde!) kruising tusschen de negermuziek (w.o. de Blues*), althans bepaalde vooral rhythmische elementen ervan, en de populaire marsch-muziek der blanken. Vandaar eenerzijds wel is waar vier tellen in de maat, maar anderzijds toch een marsch-achtig rhythme, o.a. wegens het ontbreken van een ideaal-soepele accentenverdeeling over alle tellen, waarbij het binair karakter van den marsch in stand bleef. De structuur was niet de 12-maten Blues formule (zie Blues!). De rhythmische figuren en syncope's leden, anders dan bij de moderne Swing-muziek, niet zelden aan krampachtigheid en stugheid en werden vaak overmatig geaccentueerd of afgestooten. De benaming ‘ragtime’ (eigenlijk: ragged time, het best te omschrijven als ‘gebroken maat’) wijst op de gewilde accenten-omkeeringen, vermoedelijk gekomen als weinig geslaagde imitatie door blanken van de rhythmen der Negermuziek. Geleidelijk ontwikkelde de ragtime zich echter tot Jazz*, i.e. Swingmuziek. (Zie: ‘Jazz’, Geschiedenis.) P.