I.
[Imitatie]
Imitatie, nabootsing. Deze kan streng zijn, d.w.z. de eene stem bootst de andere geheel na; dit is het geval in den canon. Bij de vrije imitatie is de nabootsing niet letterlijk. Hieronder valt ook de doorimitatie, waarbij de stemmen wel na elkaar eenzelfde motief inzetten, doch daarna vrije contrapunten maken. Een voorbeeld van doorimitatie geeft het begin van Palestrina's motet ‘Exultate Deo ’(H.M.V.D. 1647).