[Gámba]
Gámba, afkorting van viola da gamba: knieviool. Dit tegenwoordig weer in eer herstelde instrument was lid van een groote familie. De gamba heeft de grootte van een cello, doch spits toeloopende schouders, breeder randen, een vlak en bovenaan schuin verloopend achterblad. De zes snaren loopen over een vlakken kam, waardoor accoordspel op de gamba makkelijker is dan op de cello. Het verschil in timbre tusschen deze beide strijkbassen speelde Bach* uit in zijn zesde Brandenburgsche Concert.