[Falla, Manuel de]
Falla, Manuel de (geb. 23 Nov. 1876). In Cadiz, zijn geboorteplaats, trad hij reeds jong op in een concert voor piano vierhandig, tesamen met zijn moeder, van wie hij de eerste muzieklessen ontving. Later ging hij te Madrid studeeren, o.a. compositie bij Felipe Pedrell, grondlegger der moderne Spaansche school, die hem de schoonheid der inheemsche volksmuziek deed beseffen. In dezen tijd schreef de Falla lichte muziek, om geld bij elkaar te brengen voor een studieverblijf te Parijs, doch dit had geen succes. Zijn eerste opera ‘La vida breve’ (Het korte leven) werd echter bekroond door de Academia de Bellas Artes (1905). Twee jaar later ging hij naar Parijs, waar hij zich ondanks ontberingen thuis voelde, ook door de vriendschap met Debussy, Fauré en Ravel. Het succes van ‘La vida breve’ in Nice gaf den stoot tot algemeener waardeering, ook in Spanje. In verband met den oorlog ging de Falla in 1914 naar zijn vaderland terug; na enkele maanden zwerven, vestigde hij zich in een der meest romantische plekjes van Spanje, dichtbij het Alhambra te Granada. Hier ontstonden zijn voornaamste werken. Het ballet ‘El amor brujo’ (De liefde als toovenares; 1915); de pakkende, aan Strawinski herinnerende ‘Danza ritual del Fuego’ (Ritueele vuurdans; H.M.V. D 1453), daaruit geeft naar onzen smaak de Falla op zijn best. Want de meer bekende ‘Noches en los jardines de España’ (Nachten in Spaansche tuinen), drie symphonische impressies voor orkest en obligate piano, bleven achter bij hun voorbeeld,