[Contrapunt]
Contrapunt, het spel van melodie en tegenmelodie(ën), dat in de 15e en 16e eeuw vooral in de Nederlanden en Noord-Frankrijk zich ontwikkelde. Tot het strenge contrapunt behooren fuga* en canon*, vrij contrapuntisch is b.v. de Passacaglia*. Om het verschil tusschen contrapunt en homophonie eenigszins te beseffen, kan men het best een koraal van Bach, waarvan de onderstemmen ook melodisch zijn, vergelijken met de gebruikelijke wijze, waarop Protestantsche psalmen geharmoniseerd worden, nl. met slaafsche accoorden onder de melodie. Contrapuntisch is echter de wijze waarop Sweelinck deze psalmmelodieën meerstemmig bewerkte, b.v. Psalm 138 (Col. D 17193.)