[Col légno(nj)]
Col légno(nj), met het hout, nl. van den strijkstok, een bijzonder effect op strijkinstrumenten: men slaat op de snaren, waardoor een dof kletterend geluid ontstaat als van het cimbalom der zigeuners. Wagner bootste er in ‘Siegfried’ het duivelsch gegiegel van Mime door na. Alban Berg schreef een gestreken col legno voor in zijn ‘Lyrische Suite’.