Milenus clachte(1578)–Johan Baptista Houwaert– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] Tot die goetwillighe Lesers. I ngenieuse Gheesten die conste = bemint, A enveert dees Moralen als die goederhande: N eemtse in dancke, wantse ionste = v sint; B esietse, en ouerleeftse met verstande: A l eest dat wy die ghebreken vande P rincen, en Rechters verhalen die sneuen, T' motijf en tendeert tot niemants schande: I eghelijck mach naer zijn goet-duncken gheuen S ententie, ick hebse wt ionsten gheschreuen T ot instructie van Princen en Heeren: A en goey' exempelen mach yeghelijck leeren. Tot Zoilum. H OVT MIDDELMATE int vitupereren, O ghy Zoile blint en vol van envije: V fauten zijn swaerder dan mijn om tollereren, W ant ghy conste veracht en Philosophije: A l had' ick Homeri stijl in Poëterije, E n dat mijn veersen clincken als Orphei snaren, R eprocheren fout ghy noch mijn clergije. T' en is gheen const blameren constenaren. Vorige Volgende