[Joan Baptist de Champanje]
De bevinding heeft ons doen zien, dat heele geslagten, van Vader tot Kind, gezegent worden en voorspoed hebben: en weder heele geslagten, door gebrek, en ontberen van 't geluk, in bekommertheid zuchten; zonder dat men daar andere reden van geven kan als deze: dat het de Albestierder zo wil. 't Zyn de gelukkigen welker scheepje (als het spreekwoord zeit) altyd voor den wind zeilt. Onder deze mag men tellen JOAN BAPTIST de CHAMPANJE, geboren te Brussel, in 't jaar 1645.
Zyn Vader was de Broeder van Philips de Champanje, welkers levensbedryf in ons eerste Boekdeel breedwydig is geboekt. Deze, die wel twee Zonen gehad heeft, maar die jong gestorven zyn, en een Dochter die zig tot het Kloosterleven begaf; hield dezen neef als zyn eigen kind, en bragt hem in de Schilderkonst op. Hy in jaren en Konst opgeklommen, deed een reis naar Italie, voor vyftien maanden, om de Konstwerken der buitenlandsche vernuftelingen te zien, en zyn schilderlustig oog daar door te vermaken. Hy nam dien tyd naarstig met schilderen en teekenen in agt; maar hield zig aan dezelve wyze van schilderen, die zyn Oom had. Wedergekeert zynde, wist hy het door zyne vrienden zoo veer te brengen, dat hy op den kruiwagen van 's Konings gunst geklommen, opzigter van de Koninglyke Konstschool, of Academie wierd. Hy stierf 1688. oud 43 jaren,
Te vroeg door 't onverbid'lyk lot,
Van 't bitter noodgeval geknot.