[Karel de Jardyn]
Velen zouden Fenixen in hun bedryf hebben geweest (zeit Gratiaan) indien anderen hun niet voorgegaan hadden.
Karel de Jardyn gebynaamt Bokkebaart, was een groot Meester in zyn Konst, maar N. Berchem, by wien hy de Konst geleert heeft, was hem daar in voor uit. Andersins word 'er onder de Konstkenders getwist, welks penceelkonst meest te agten is.
Hy heeft alzins getoont dat hy een groot Meester in de Konst was; 't zy hy verbeelde Osjes, Schaapjes, Geitjes en Roomsche Markten, of eenige potsige vertooning in 't byzonder, gelyk de Konstlievende Jan de Vogel Tomasz. tot Amsterdam, thans nog bezitter is van een puikstukje, verbeeldende een Kwakzalver, staande onder een deel toekykers, in aardige gekskleederen en gemaskert te zwetsen. Dit stukje is konstig geteekent, geestig t'samen gekoppelt en helder geschildert. Ik heb ook verscheiden verbeeldingen van Christus aan 't kruis van hem gezien, die konstig geteekent, natuurlyk gekoleurt, kragtig geschildert zyn en waarin het bruin en licht byzonder tot welstant in agt was genomen. De Schilders malen schaduwen, op dat zy, 't geene ze voornamentlyk verbeelden willen, met te sterker licht zouden doen afsteken; heeft de Professor Francius heel wel gezecht; want een Konstschilder doet hier door zyn vernuft blyken.
Onder alle zyne konstige penceelwerken word geroemt een kabinet stuk, verbeeldende de kruis-