aan bonzen, om hem, zoo hy voor zyn Ezel mogt in slaap gevallen wezen te wekken, ja zy hield hem doorgaans zoodanig ontbloot van geld, dat hy ziende somtyds fraaije printen te koop, waar toe hy geneigt was, als zyn Vrouw geen goeden wil had om 't hem te schieten, het geld van zyne Discipelen daar toe leende; en wanneer hy een stuk schilderye verkogt, daar zy de neus niet over had, dan zoo veel van de som af kneep, om die schult buiten haar weten te betalen, om dus alle onlusten voor te komen. Ik denk schier dat die goeje Man het boekje wel mogt gelezen hebben, daar Doudeins in zyn Haagsche Merkurius van den 1 Nov. 1698 van meld, dat voor de tweedemaal onder de pers was; te weten: De Weer-Wyzer der Vrouwen, zeer dienstig voor de getrouwde Mans die haar Engelen naar de oogen zien, om te weten hoe 't hoofd staat.
Hy was zoodanig geneigt tot konstige teekeningen van Italiaansche en andere Meesters, dat hy niet rusten kon, voor en al eer hy bezitter daar van was. Niet minder lust had hy tot printkonst, want Jan Pieterze Somer heeft my verhaald, dat hy voor een print van Rafael Orbyn, 60 Gulden dorst besteden. Dit was de Kindermoord met den Sparreboom. Waar door ook van zyn naargelaten papierkonst, (welke kort na zyn overlyden in 't jaar 1683 tot Amsterdam verkogt werd), een brave som Geld gekomen is.
Hy was byzonder naarstig, gelyk wy gezeit hebben, daar by vaardig in 't schilderen, en al 't geen hy maakte was meestentyd verkogt, eer hy 't gemaakt had. Justus van Huisum, die in den jare 1665 by hem de Konst leerde, heeft my gezegt, dat hy in dien tyd een lange wyl voor een Heer