De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)
(1976)–Arnold Houbraken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 58]
| |
hem met rede onder de Konstenaars tellen mag, aangezien hy doorgaans in zyne Historische verbeeldingen, op grootse voorwerpen doelde. Boven dien was hy boeklievende en een groot beminnaar van de Dichtkonst, om welke reden hy ook omgang met de braafste Dichteren, inzonderheid met Joannes Antonides hield. Hy was een lit van de Rhetorykkamer te Vlifsingen daar hy woonde, waar hem door 't Konstgenootschap in den jare 1675, om zyn beknopt en sinryk antwoord op de voorgestelde vrage de hoogste prys werd toegewezen. |
|