wanneer de zelve aan een onderaardsche Godheid geoffert werd. |
100 |
Een zwyn wierd aan Venus op de Bruiloften om de voortteelinge te begunstigen, aan Ceres om dat zy de akkers niet omvroeten zouden geoffert, een zogende Bigge aan de Grensgod Terminus, en aan Jupiter een zwyn, schaap en stier, alle vyf jaren. |
109. 110 |
Aan de Tuingod Priapus wierd jaarlyks een Ezel, en de ingewanden aan Vesta geoffert. |
110 |
Menschslachting op de Feestdag van Saturnus, ontsproten uit misduiding van het Orakel. |
item. |
Aan Bachus, wierd een Ram of Bok geoffert, en de rede waarom. |
111 |
Alle de gereedschappen Slachtbyl, Messen, Schotelen, Kroezen, Wierookkandelaar, de Kiekenkevie, Wichelstaf, Altaar en Tempelcierselen, en wat voorts tot den toestel der Heidensche offerhande behoorde, beschreven en in print vertoont. |
104. &c. |
De Feestdagen van Mars en. Venus wierden van de mannen in vrouwen gewaat, en van de vrouwen in mannen kleederen geviert. |
305 |
en de reden waarom. |
306 |
Menigerhande verbeeldingen van Jupiter, Venus, Diana, Mercurius enz. aangewezen. |
307. 308. 309. 310 |
Fabel van Pan en Seringa verklaart. |
157 |
Wie Pomona, Vertumnus 80 Amarillis, Andromeda en Faëton was 206. zyn val in vaerzen afgeschetst door J. v Vondel, en L. Rotgans. |
207 |
Dryvoetschragen; wat gebruik de zelve hadden, haar gedaanten aangewezen op een penning van Vitellius, Antoninus en M. Lepidus. |
143 |
Altaar van Hoornen door Apollo te Dedos gebout, geestig op de mannen toegepast. |
108 |
't Kleederscheuren by de oude Hebreen in gebruik. Om welke rede, en op wat onderscheiden weizen 't zelve geschieden, aangetoont. |
101 |
Oudtydse wyze van Dooden begraven zoo by Joden als Heidenen, nevens de verschelige omzwachtelingen der Lyken, uit oude bestempelingen betoogt, en door een printverbeelding vertoont. |
189. 190. 191. 192 |
Aanwyzing der misslagen begaan in 't verbeelden van het Kruis van Christus. |
193. 194. 195 |
En in de wyze van het zelve te dragen. |
196 |
Dat ook de Booswichten die met Christus gekruist wierden, ook een opschrift der beschuldinge boven hun hooft gehad hebben, betoogt. |
197 |
Bericht ontrent de gedaanten der Grafsteden. |
199. 200 |
De herkomst der Grafschriften, en tot wat einden de zelve in gebruik zyn gekomen, aangewezen. |
200. 201 |
Aan de vinding van 't Heilig Kruis door Helena weinig geloof toegeschreven. |
279 |
ook het verhaal van Longi- |
|