riers en Persen; want dus lezen wy Esth. 7 vs. 8. Dat Haman was gevallen op 't bedde daar Esther op lag. 'T kan ook wezen dat zulks eerst tot de Grieken, en van die tot de Joden over gegaan is. By Plato leestmen: Jongens trekt Alcibiades de schoenen uit; op dat hy aanlegge. Dus, de voeten ontschoeit, en agterwaarts van het bedde afstekende, en Christus die wyze van aanleggen volgende, is het gemakkelyk te begrypen hoe Maria de zuster van Lazarus de voeten van Christus gezalft heeft.
Wy vinden by A. Byneus een opmerkelyke plaats aangetrokken uit Aristofanes, alwaar de oude Philocleon onder andere diensten die hem bewezen wierden opteld: En voor eerst myn dochter wast my, en zalft myn voeten; en kustze nederbukkende. Dus zeit ook Lucas in zyn Euangelium Cap. 7. vs. 38. Ende staande (te wete Maria) agter aan zyne voeten, begon zy zyne voeten nat te maken met tranen, en zy droogdeze af met het hair van haar hoofd, en kuste zyne voeten, en zalfdeze met zalve.
By de Joodsche meesters word ook gewag gemaakt van 't zalven der voeten. Johannis Lichtforus heeft een plaats uit het Tractaat Menachot, waar uit dit te zien is. De Meit staat 'er, bragt een gouden vat vol oly, daar mede hy gezalft heeft zyn handen en voeten.
Wy hebben ook niet ondienstig geagt de wyze van aanleggen aan tafel aan te wyzen, door een schets getrokken uit een zeer ouden marmersteen, waar op verbeeld is een beddeke by een tafel met drie pooten, waar aan een man met zyn vrouw leggen, welke Fulvius Ursinus doet zien. En wy hebben dezelve na gebootst in de Plaat N nevens