Deze Jakob Gerretze Kuip, Dortenaar, leerling van Abr. Bloemaart Izak van Hasselt, Korn. Tegelberg beide landschapschilders, en Jacques Grief, anders Klaau, die stil leven schilderde, waren de hoofden of aanleiders welke in den jare 1642 het konstgenootschap van St. Lukas te Dordrecht hebben opgeregt, na dat zy uit het Gild, genoemt het Gild van de vyf Neringen (volgens beding als in de Acte van scheiding staat uitgedrukt) waren uitgegaan. Maar eer ik eenige byzonderheden (om den Lezer berigt te geven van 't geen van tyd tot tyd, rakende de Konstschilders is voorgevallen) voortbreng, zal voor af dienstig wezen aan te wyzen hoe de Konstschilders in St. Lucas Gild, en andere Ambagtgilden zyn betrokken: van wien de naam van St. Lucas Gild, zyn af komst heeft; en hoe de Schilders in verscheiden steden uit die Gildens uitgegaan, Broederschappen hebben opgeregt, welke bestonden uit enkele Konstenaars, en Konstlievenden.
Hoedanig oulings de Konstschilder en hunne werken by de grootsten van de waereld zyn geagt geweest, hebben vele schryvers breedwydig gemeld; het geen den leer- en weetlustigen is bekend: dus zal 't niet nodig wezen uit de twyffelagtige oudheid menigte van voorbeelden op te delven, maar wy zullen alleen van de zelve, en van later tyden zoo veel ontleenen, als tot aanleiding van ons oogmerk dient.
Leonard da Vency, was van wegen zyne Konst zoodanig by den Koning van Vrankryk geagt, dat deze Vorst verscheidenmalen, hem, daar hy op zyn ziekbed lag, kwam bezoeken, en handreiking aanbood, zulks hy ook eindelyk in 's Ko-