De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)
(1976)–Arnold Houbraken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 219]
| |
'T was Wildens, welkers konst ontfing haar eerste leven
Door Rubbens, in dien tyd den grootsten in de konst,
Zy heeft uit dankbaarheid ook eindelyk die gonst,
In zyne Beeltenis, aan hem weerom gegeven.
Maar dit is de waarheid dat P. Paul. Rubbens dezen Wildens veel gebruikte om de gronden en agterwerken met landschappen te beschilderen, het geen deze volgende regelen zeggen willen:
Als Wildens had den grond aan Rubbens konst gebragt,
Zoo kwam'er 't leven in, met een veel grooter kragt.
|
|