De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)
(1976)–Arnold Houbraken– Auteursrechtelijk beschermd[Christiaan Jansz. van Biezelingen]CHRISTIAAN JANSZ. van BIEZELINGEN, zyn tydgenoot, was geboren te Delf, maar in wat jaar, heb ik niet konnen naspeuren; maar hy was in den jare 1584. al berugt voor een goed meester in de Konst, en over zulks heb ik hem geen voeglyker plaats konnen inschikken. Van hem word verhaald, dat hy denGa naar voetnoot* Prins van Oranje in dat zelve jaar te Delf doorschoten zynde van Balth. Gerards, na dat door den Staat verboden was naar zyn wezen eenig pourtret af te malen, op dat het misschien in handen van 's Prinsen Vyanden komende hun stof van spotten zoude geven, echter gelegenheid gevonden heeft om 't doode lichaam van den Prins te zien, en een schets van het wezen te maken, ja de gelykenis zoo wel getroffen heeft, dat men het zelve naderhant boven alle andere afteekeningen heeft gekeurt: waarom ookGa naar voetnoot§ Henrik Gerritsz. Pot, als hy dat groote stuk in 't jaar 1620 maakte dat op het Raadhuis te Delf in Schepens Kamer hangt, zig van dat Model bediende. 'T geen vorder van hem verhaald word, is dit, dat hy zommige zyner goede vrienden, die een reis naar Spanje zouden doen, aan boord van 't Schip ging bezoeken, om het laatste vaar wel | |
[pagina 123]
| |
met hun te drinken: en in die vrolykheid, op het sterk aanhouden zyner vrienden (terwyl het Scheepsvolk vast zeyl maakte) met zyn vrouw en twee kinderen meê gevaren is. In Spanje gekomen, raakte hy te Madrid aan 't Hof, en is daar gebleven tot dat zyn vrouw overleden was; waar na hy naar Holland scheepte, daar hy een andere heeft getrouwd, waar mede hy is te Middelborg in Zeeland gaan woonen, daar hy ook gestorven is in 't 42 jaar zyns Ouderdoms.
De Stad Antwerpen die wel den grootsten naamrol (in vergelyking van andere Nederlandsche Steden) zou konnen uitleveren, heeft ook d'eer dat binnen haren wal in den jare 1585, geboren wierd. |