over drie of vier jaren eerst gestorven. Alsmen 4 jaren aftrekt van 1662 (wanneer zyn Boek gedrukt is) zoo komt het uit op 1658. Dog het is niet te denken, dat hy dus oud zou geworden zyn. Dus moet men het zeggen over 3 of 4 jaren, nemen op den tyd als hy dit boek schreef, dat veel jaren kan geweest zyn eer het ter drukpers kwam, en over zulks deze rekening onzeker is. Doch dat hy een oud man geworden is, blykt uit het Rym, waar in men aldus leest: De Dood had hem, gespaart omtrent de honderd jaren.
Wat Meester hy tot onderwyzer in de Konst gehad, en wat voorname stukken hy gemaakt heeft, en welke noch van hem te zien zyn, kan in van Mander nagelezen worden op p: 209. die daar in met de Bie verscheelt dat hy verscheiden Meesters met namen opteld, waar by Bloemaart geleert zou hebben, d'andre daar en tegen zeit:
Meest heeft hy uit den geest dees Konst alleen bekomen
Zyn Beeltenis zietmen in de Plaat C boven de beeltenissen van Elshaimers en Ad. van Oort.
Hy heeft drie Zonen naargelaten die mede de Konst hanteerden.
HENDRIK, d'oudste, had de Schilderkonst by zyn Vader geleert, doch weinig van zyn geest en aart overgeërft, ook geene bekwaamheid om met de Waerelt te konnen omgaan, waarom Sandrart geestig van hem zeit: Hy heeft zyn gelukskogel niet vernuftig genoeg weten voort te schieten, en dus is het afzetzel van die schoone Bloem verstikt. In de tweeden, Adriaan