den IV. Koning van Vrankryk vereert zyn geweest. Die hem ook tot zyn Kamerdienaar, en opzichter zyner Schilderyen of Konstbewaarderschap verheven heeft. En Fl. le Comte in zyn Kabinet der Konsten getuigt: dat hy in al zyn bedieningen tot zyn zeventigste jaar toe, wanneer hy stierf 1615, een gerust leven (dat zeldzaam is) gehad heeft; aangezien de Nyd voornamentlyk in de Hoven zich ontdekt: 't geen ons doet besluiten dat hy zich op de Staatkundige levenswyze grondig verstaan heeft, welke Gratiaan een byzondere hoedanigheyt noemt die niet in boeken, noch in de Scholen wort geleert, maar op de Toneelen van het vernuft, en in den Schouburg der bescheidentheid. En besluit: Dat de kundigheid van met alle menschen te konnen omgaan, zommigen meer dienst en nut gedaan heeft dan de zeven vrye konsten t'zamen.
Onder de heldere Konststarren die van Rome de Waerelt omscheenen hebben, was Rafael van Urbyn inzonderheid in dezen tyd berucht: Des velen al vroeg die Leidstar in haar Stantplaats hebben opgespeurt; om door behulp van dat hemelsche Konstlicht de diepe verborgentheden der Konst t'ontdekken.