Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 362]

320 Annet Arbeid (namens Ed. Hoornik) aan Uitgeverij A.A.M. Stols (A. Bornkamp), 29 april 1947

[Amsterdam,] 29 April '47.¹⁰⁴⁸

Geachte Heer Bornkamp,

Aan de verzamelde werken van J.C. Bloem, die ik hedenmorgen ontving, zal ik zeker aandacht wijden.¹⁰⁴⁹

Is Vermeulen ziek? Ik schreef hem een briefje waarin ik hem verzocht mij mede te delen of er, en zo ja, wanneer, van mijn bundel ‘De erfgenaam’ een herdruk verschijnt. Zoudt U mij dit even willen melden? U bij voorbaat dankend, met hartelijke groeten aan den Heer Stols, die ik na Uw antwoord uitvoerig zal schrijven.

Hoogachtend,

Ed. Hoornik

p/o A. Arbeid¹⁰⁵⁰

1048 Onder deze brief schreef Arie Bornkamp de kladversie van zijn brief aan Hoornik van 6 mei (br. 321): ‘Waarde H. We zitten midden in de verhuizing zodat ik je slechts kort antwoord. Inderdaad. herd. v. Erf binnen 14 d. in huis en in Mei nog in de handel. De aankoop van poëzie /door t publiek/ vooroorlogse toestand.> Hier ligt misschien een taak voor je als red v VN.’

1049 Op 10 mei 1947 wijdde H.J. Scheepmaker in Vrij Nederland een groot artikel aan de zestigste verjaardag van J.C. Bloem, waarbij hij ook aandacht bestedde aan de door Stols ter gelegenheid hiervan uitgegeven Verzamelde gedichten van Bloem. Naast het ortikel van Scheepmaker stond het gedicht ‘Voor J.C.B.’ van Hoornik afgedrukt, dat onder de titel ‘Overgang’ in de bij Stols te verschijnen bundel Ex tenebris (1948) zou worden opgenomen.

1050 Annet Arbeid was secretaresse bij Vrij Nederland.