Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 275]

239 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 3 november 1941

[Amsterdam] 3 Nov. '41

Beste Sander,

Hierbij de bundel van Gerard Wijdeveld, die reeds in onderhandeling was getreden met ‘het Spectrum’. Het verheugt mij deze bundel voor ‘Helikon’ te hebben behouden.⁸⁵¹

Wijdeveld vroeg mij je de volgende voorwaarden te willen overbrengen: een honorarium van 15%, met, eventueel, een voorschot over het aantal boekjes, die naar de abonné's gaan. Ik hoop, dat je hiertoe bereid bent. Stel je anders zelf met hem in verbinding. Zijn adres is: Ernst Casimirlaan 74, Overveen. Zooals ik telefonisch reeds aan Greet mededeelde, kun je achterin de bundel van Nijhoff thans ook de namen van Adr. Morriën en Wijdeveld vermelden.⁸⁵²

Wil je mij op de hoogte stellen als de bundel essays van Vestdijk wordt vrijgegeven;⁸⁵³ ik vroeg dit bereids aan mevr. Eggink.

Met hart groeten

Je Eddie

851 In de Atlantis-serie werd geen bundel van Gerard Wijdeveld opgenomen. In 1942 verscheen van hem bij uitgeverij Het Spectrum Zomerwolk, dat waarschijnlijk de bundel was die Hoornik had weten te bemachtigen. Stols wees de bundel echter af omdat hij niet akkoord ging met de door Wijdeveld gestelde voorwaarden. Voor een bundel in de serie ontvingen de auteurs, mits ze geen debutant waren, ƒ22,50. Wijdeveld eiste een honorarium van 15%, wat (bij een oplage van 300 exemplaren en een prijs van ƒ1,90 per deeltje) zou neerkomen op ƒ38. (Zie ook br. 242.)

852 Zie n. 846.

853 Bij Stols zou in twee delen (een deel proza en een deel poëzie) een selectie van S. Vestdijks kritieken en kronieken uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant verschijnen onder de titel Muiterij tegen het etmaal. Bij de samenstelling had Vestdijk er al rekening mee gehouden dat hij onwelgevallige bijdragen wegliet. Maar dat bleek niet genoeg. Op last van H. Lohse, hoofd van het Referat Schrifttum, een afdeling van het Reichskommissariat, moesten uit het eerste deel, dat al was gezet en gedrukt, negen bijdragen worden verwijderd, waaronder beschouwingen over Du Perron, Sartre en Engelstalige auteurs. Vestdijk verving deze essays door andere, waardoor een legale uitgave ontstond. Stols vernietigde de vellen met de gewraakte artikelen niet. Van de oorspronkelijke editie, mét de gewraakte essays, bracht hij 10 exemplaren clandestien in omloop. De achtergehouden vellen werden in september 1945 voorzien van een ‘Ten geleide’ en vervolgens normaal in de handel gebracht. (Zie voor de in Muiterij tegen het etmaal gesupprimeerde bijdragen: ‘Stols blijft Stols, denk daarom.’ Briefwisseling J. Greshoff-A.A.M. Stols (2), 1945-1951 (ed. Salma Chen en S.A.J. van Faassen), 's-Gravenhage 1992, p. 348-349.)