Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 258]

223 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 11 augustus 1941

[Amsterdam,] 11-VIII [19]41

Beste Sander,

Met gelijken post zend ik je (als drukwerk) de Vr. Bladen-nrs. Ik zou graag, indien je er nog een exemplaar van bezit, Richard III in de vertaling van A. Roland Holst, hebben.⁸⁰¹

‘Nieuwe Geluiden’ is verschenen; de bundel bij Van Kampen nog niet; gaat die van Heerikhuizen toch door?

Gisteren sprak ik Van Hattum, die mij mededeelde, dat er een gedicht van hem als rijmprent bij Van Holkema & Warendorff verschijnt. Het maakt deel uit van een serie.⁸⁰² Bij de boekjes, die ik je zend, bevinden zich ook de proeven van de verzen van Aafjes en mij, die ik heb teruggevonden. Wil je Sjollema en Doeve nu spoedig op de hoogte brengen; S. heeft me al een keer opgebeld.

Hierbij sluit ik een brief van H. Keilson in. Wil je niet overwegen hem de bundels van Achterberg te sturen.⁸⁰³ Mocht je daartoe besluiten, dan hoef ik de brief natuurlijk niet terug te hebben.

Ik hoop je spoedig weer te zien. Mocht je Nijhoff spreken, doe hem dan mijn hartelijke groeten. De situatie is hier nog dezelfde; blijft het zoo, dan gaat het wel.

Hartelijks

Je Eddie

801 Richard III. Treurspel van William Shakespeare was in de vertaling van A. Roland Holst oorspronkelijk in 1929 door Stols uitgegeven. De tweede uitgave, vervaardigd van planovellen van de niet-verkochte exemplaren van de uitgave van 1929, was in 1937 in de serie Kaleidoscoop verschenen.

802 De bedoelde rijmprent van Jac. van Hattum is Visvangst, een gedicht uit zijn bundel Alleen thuis (Helikon 5), geïllustreerd door J.F. Doeve. De rijmprent verscheen in 1942 bij uitgeverij Van Holkema en Warendorff te Amsterdam.

803 De dichter en psychiater Hans Keilson (geb. 1905) was in 1937 uit Duitsland gevlucht. L.H. Fontein, directeur van de Christelijke Rekkensche Inrichtingen voor Zwakzinnigen, hielp hem bij de immigratie en bood hem de mogelijkheid om in de oorlog in de inrichting onder te duiken. Keilson was een bewonderaar van de poëzie van G. Achterberg en kwam met hem in contact toen Achterberg op 31 mei 1941 in de inrichting te Rekken werd geplaatst. Keilson publiceerde onder de schuilnaam Alexander Kailand een aantal keer gedichten in De Gemeenschap.
Zijn brief aan Hoornik is niet teruggevonden.