Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 216]

181 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 3 maart 1941

3-III-'41

Beste Sander,

Bijgaand briefje van Roel Houwink zend ik maar aan jou; het gaat over recensie-exemplaren.⁶⁶¹

Hierbij ook de adressen voor zoover mij bekend waarom Nord vroeg -

Krijg ik gauw antwoord op mijn vorig briefje.

Hartelijks

Je Eddie

661 Roel Houwink schreef Hoornik op 21 februari: ‘Van de Helikon-reeks 1940 ontving ik in den loop van het jaar ter bespreking de bundeltjes van Achterberg, Van Leeuwen en Vasalis, die ik aanvroeg. Zou het ook mogelijk zijn de andere deeltjes te ontvangen en ze me in den vervolge regelmatig toe te zenden voor mijn poëzie-kronieken in De Nederlander en het Algemeen Weekblad. Bovendien komen zij aan de orde in een boekje over de Ned. Dichtkunst, dat ik in den loop van het jaar voor de V.U.B. hoop te schrijven. Ik kan het ook aan Stols vragen, maar misschien is het beter, dat jij het in orde maakt. Ik ben het contact met hem een beetje kwijt.’