Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 188]

156 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 26 november 1940

26-XI-'40

Beste Sander,

Hierbij de bundel van Achterberg. Ik heb hem er uitvoerig over geschreven, geadviseerd, welke verzen hij weg moet laten, volgorde enz.⁵⁸¹ Hij zal zich dus wel weer met je in verbinding stellen. Er staan een tiental gedichten in, die ongehoord goed zijn. Zie, wat je kunt doen. Ik ben in ieder geval blij, dat de kwestie tusschen hem en jou in orde is.

Plannen voor 1941 heb ik niet, kan ik op het oogenblik zelfs niet hebben, omdat het te druk is, zoowel voor ‘Criterium’ als voor ‘Helikon’. Ik heb nog een achttal bundels van onbekenden, die ik oppervlakkig heb doorgelezen, maar die ik nog eens door moet nemen, om mijn afwijzing te motiveeren. ‘Joosje’ is vandaag verschenen; ik laat je een exemplaar sturen.

Half December zend ik je de inleiding bij ‘Twee lentes’. Kan deze bundel vroeg in het voorjaar verschijnen, omdat, naar ik hoor, in de lente ook andere bloemlezingen uitkomen.⁵⁸²

Kunnen we een overeenkomst maken omtrent het honorarium ‘Erfgenaam’, ‘Twee lentes’ en herdruk ‘Mattheus’?

Kan ‘De Erfgenaam’ niet vóór St. Nicolaas bij den boekhandel zijn. Waarschuw even, zodra de bundel uit is; we kunnen dan nog even praten.

Na ‘De Erfgenaam’ heb ik niets meer geschreven; maar dat komt wel weer. Ik wil nu een paar jaar tijd nemen voor een nieuwen bundel. Ik word ouder, Sander, en dan gaat het niet meer zoo vlot, en dan ben je niet meer zoo snel tevreden. Ik zit te veel in het brandpunt; ik zou er eens een tijd uit moeten, stil voor mezelf werken, zonder tijdschriften, zonder actueele rompslomp. Maar ik heb nu eenmaal het gezin, dat geld kost, en ik leef van kroeg tot kroeg. Voorloopig moet dat nog wel zoo blijven; alleen als al zeker zou zijn, dat ik met al dat redactioneele werk mijn eigen dichterschap zou fnuiken, zou ik er onherroepelijk mee ophouden. 't Is heel moeilijk, zooals je ziet!

Hartelijks

Je Eddie

581 Bedoeld is Osmose. Een bundel gedichten, die Hoornik samenstelde. De correspondentie hierover van Hoornik met Gerrit Achterberg, is niet bewaard gebleven.

582 In 1941 zou een groot aantal bloemlezingen verschijnen, onder meer: de veertiende druk van het door P.N. van Kampen & Zoon te Amsterdam uitgegeven Dichters van dezen tijd en het supplement Oogst 1940, beide verzorgd en ingeleid door D.A.M. Binnendijk; de vijfde herziene druk van het door Van Loghum Slaterus te Arnhem uitgegeven Nieuwe geluiden. Een keuze uit de hedendaagsche poëzie, bijeengebracht en ingeleid door Dirk Coster; het door Uitgevers Maatschappij W. de Haan te Utrecht uitgegeven De liefde tot zijn land is ieder aangeboren. Land en volk van Nederland in kunst en letteren, verzameld en ingeleid door W.L.M.E. van Leeuwen; twee door Bigot en Van Rossum te Amsterdam uitgegeven en door C.J. Kelk en Halbo C. Kool samengestelde bloemlezingen: Nieuwste dichtkunst (6de druk) en, Moderne lyriek (4de druk). In 1942 volgde nog de door de Wereldbibliotheek te Amsterdam uitgegeven bloemlezing Stille opmars. Verzen van de nieuwe generatie, verzameld en ingeleid door F.W. van Heerikhuizen.