Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 182]

150 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 13 november 1940

[Amsterdam,] 13-X [19]40⁵⁶⁴

Beste Sander,

In antwoord op je briefkaart het volgende:

Behalve de zeven deeltjes kan ik je op het oogenblik geen titels opgeven. Ik kreeg een bundel van Taeke de Groot,⁵⁶⁵ die ik heb moeten afwijzen, evenals een bundel van A. Marja. Een bundel van Pierre H, Dubois overweeg ik nog.⁵⁶⁶ Maar zéér veel voel ik, nu ik hem gelezen heb, voor den bundel van Jan Campert (die als dichter sterk is vooruitgegaan), waarin een aantal prachtige verzen voorkomen.⁵⁶⁷ Misschien wil je mij p.o. even berichten, of je deze bundel toch wilt aanvaarden; ìk zou dat bijzonder toejuichen.

Dan voel ik erg veel voor je plan een bundel debutanten ‘Op den drempel’ uit te geven.⁵⁶⁸ Gaat dit door, dan houd ik nog maar één plaats open en wie kan op het oogenblik beoordeelen, wat er in 1941 nog wordt geschreven. Door ‘Criterium’ heb ik contact met alle jonge dichters; ik moet gelegenheid hebben op een gegeven oogenblik een nieuweling te kunnen brengen.

Hierbij zend ik je een brief van de Uitg. Mij D.A. Daamen aan G. Achterberg.⁵⁶⁹ Je weet, dat zijn bundel ‘Thebe’ in 1941 in Helikon verschijnt; ik stelde deze uit ongeveer 150 verzen samen. Achterberg schrijft mij, dat hij ook de overblijvende 100 gedichten, of althans een gedeelte daarvan onder den titel ‘Osmose’ wil bundelen. Daamen zou deze bundel dan in April willen uitgeven, waardoor m.i. de verkoop van ‘Thebe’ in gevaar wordt gebracht, terwijl ik persoonlijk ook liever zag, dat Achterberg al zijn poëzie bij jou onderbracht.⁵⁷⁰

Daarom schreef ik hem jou advies te zullen vragen. Misschien wil je Achterberg schrijven, en deze brief ook weer over mij laten loopen.⁵⁷¹ Stuur me dan tevens het epistel van Daamen terug. Ik heb Achterberg er reeds op gewezen, dat jij zijn bundel ‘Eiland der Ziel’ uitgaf, voordat hij veel bekendheid had verworven.

Wil je mij dan gelijk een prospectus 1940 sturen; ik zal dan spoedig een nieuwe schrijven.

Hartelijke groeten, ook aan je vrouw en Max

Je Eddie

564 Gezien de inhoud moet Ed. Hoornik deze brief op 13 november hebben geschreven en niet op 13 oktober, zoals de datum vermeldt. Stols reageert in zijn brief van 14 november (br. 152) op wat Hoornik in deze brief over Achterberg schrijft.

565 Zie n. 534.

566 Van Pierre H. Dubois verscheen in november 1941 In den vreemde (Helikon 19).

567 Huis en herberg van Jan Remco Theodoor Campert (1902-1943) verscheen in mei 1941 als deel 15 in de Helikon-reeks. Stols had eerder van Campert twee dichtbundels uitgegeven: De bron. Verzen (1927) en Het verliefde lied en andere verzen (1928).

568 Het plan om een debutantenbundel Op den drempel uit te geven zou uiteindelijk niet doorgaan.

569 Deze brief is waarschijnlijk niet bewaard gebleven. (Zie Gerrit Achterberg. Briefwisseling met zijn uitgevers Bert Bakker, A.A. Balkema, C.A.J. van Dishoeck, A. Marja, A.A.M. Stols & Jan Vermeulen (ed. R.L.K. Fokkema en Joost van der Vleuten), Amsterdam 1989.)

570 Thebe verscheen in oktober 1940 als deel 18 in de Helikon-reeks. (Zie p. 23 voor de kwestie rond Osmose.)

571 Deze brieven zijn niet achterhaald.