Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 159]

128 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 24 augustus 1940

Beste Sander,⁴⁷⁹

Hierbij de gegevens voor een eventueele advertentie.

In haast

Hartelijks

Je Eddie

Marsman over Mattheus (‘Groot Nederland’)

‘Men kan zelfs wel zeggen, dat het gedicht een deel van zijn menschelijk-aangrijpende en poëtische kwaliteiten te danken heeft aan het feit, dat Hoornik Mattheus te weinig als psychopaath heeft gezien. Onbedoeld levert zijn voortreffelijk gedicht daardoor tevens weer eens het bewijs, dat poëzie sterker en boeiender wordt, naarmate de dichter zijn stof menschelijker en vollediger heeft doorleefd.’

Marsman over ‘Steenen’ (N.R.Crt)

‘In een niet onaanzienlijk aantal gedichten van de laatste twee jaar heeft Hoornik bewezen een dichter te zijn, die ondanks de invloeden, die hij verwerkt, een eigen en eigenmachtig gevoels- en verbeeldingsleven bezit, dat hij doorgaans op persoonlijke en treffende wijze verwoordt.’

Marsman over ‘Geboorte’ (‘Groot Nederland’)

‘Niemand onzer jongere dichters heeft zich met een zoo sterk op het physiologische gerichte psychologie in de verhouding van moeder en kind, tijdens het stadium tusschen conceptie en geboorte verdiept. De verzen in de afdeeling Achter glas zijn dikwijls lets sterker van lading dan het titelgedicht, en vormen een nieuw bewijs van Hoorniks veelzijdig talent.’⁴⁸⁰

479 Gedateerd op grond van de inhoud. Op 23 augustus schreef Hoornik aan Stols: ‘Ik stuur je morgen [...] eenige passages uit Marsman's critiek op mijn bundels. Dit voor het geval, dat je in het Marsmannummer van “Criterium” een advertentie wilt plaatsen’.

480 De citaten uit Groot Nederland zijn afkomstig uit Marsmans uitgebreide bespreking van de poëzie van Ed. Hoornik in Groot Nederland 37 (1939) 7 (juli), p. 24-39; de eerste alinea onder het kopje ‘Geboorte’ had in Marsmans bespreking betrekking op Hoorniks bundel Het keerpunt. In de advertentie in Criterium zijn de citaten dan ook opgenomen, zonder dat wordt vermeld op welke bundel ze betrekking hebben.
Het citaat over Steenen is afomstig uit Marsmans bespreking van deze bundel in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 10 augustus 1939.