Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 156]

126 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 13 augustus 1940

[Amsterdam,] 13-VIII [19]40

Beste Sander,

Je vroeg mij naar de correcties in den bundel ‘De Erfgenaam’.

Zou je het gedicht ‘Station’ op blz. 10 willen schrappen. In plaats daarvan komt het hierbijgaande gedicht, echter niet op dezelfde bladzijde, maar als vers IX van de cyclus ‘Oorlog’. Het gedicht, dat nu nog vers IX van de cyclus is, wordt dan n^o X.⁴⁷⁶

Door deze verandering is de pagineering niet meer in orde; zou je deze, alsmede de inhoud, met bovengenoemde wijziging willen laten overeenstemmen.

Begin September ga ik met vacantie; ik hoop dan ook in Den Haag te komen; we kunnen dan eens rustig praten.

Hartelijks

Je Eddie

476 Het gedicht ‘Station’ (p. 10) werd uit het manuscript van De erfgenaam geschrapt, waardoor vanaf het gedicht ‘Sterren en stuiters’ alle gedichten een bladzijde naar voren opschoven. Als nummer IX van de cyclus ‘Oorlog’ werd op p. 27 het gedicht ‘Weer strijkt de vogel op mijn hand’ toegevoegd.

[p. 157]

L.Th. Lehmann Dag- en nachtlawaai, met omslag ontworpen door Piet Worm, januari 1940.