Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 49]

23 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, Medio januari 1939

[1939]⁸⁷

Beste Stols

Hartelijk dank voor je brief.

Hierbij de geteekende contracten.⁸⁸

Ik sprak zooeven Vasalis, die mij mededeelde, dat zij buiten de in ‘Groot Nederland’ en ‘Werk’ gepubliceerde gedichten - dit zijn er twaalf - geen verzen heeft geschreven. Zoodra zij er wat meer heeft, zal ze gaarne een bundel bij jou uitgeven.⁸⁹ Zij vond twaalf wel heel weinig. Zij verzocht mij je dit te schrijven.

Ik ben erg blij, dat je de bundel ‘Steenen’ spoedig laat verschijnen. Ik loop dan tenminste niet het risico de proeven in de loopgraven te moeten corrigeeren!⁹⁰

Hartelijks

Ed Hoornik

87 Gedateerd op grond van de inhoud van de brief. Hoornik schrijft dat hij de getekende contracten van Steenen, die Stols hem op 13 januari zond, heeft ingesloten.

88 Bedoeld zijn de contracten van de bundel Steenen.

89 In Groot Nederland 34 (1936) 7 (juli), p. 115-118 werden vijf gedichten van Vasalis gepubliceerd; ‘Pension’, ‘Drank, de onberekenbare’, ‘De dood’, ‘Tijd’ en ‘De idioot in het bad’; in Werk 1 (1939) 1 (januari), p. 42-46 verschenen zeven gedichten van haar: ‘De krekel’, ‘Het ezeitje’, ‘Fanfare-corps’, ‘In de herfst’, ‘De trek’, ‘De weg terug’ en ‘Luchtspiegeling’.
Stols zou in 1940 de bundel Parken en Woestijnen uitgeven, waarin alle in Groot Nederland en in Werk gepubliceerde gedichten, met uitzondering van ‘Pension’, werden opgenomen. Aan deze bundel zouden vervolgens nog tien niet eerder gepubliceerde gedichten worden toegevoegd: ‘Angst’, ‘Voorjaar’, ‘Begrafenis van mevrouw T.’, ‘Afsluitdijk’, ‘De onbekende van de Amstel’, ‘Vahine no te tiare’, ‘Kind in het licht’, ‘Onweer in het moeras’ en twee gedichten met de titel ‘Herfst’.

90 Hoornik was al in 1930 afgekeurd voor militaire dienst.