Kracht in swakheit(1696)–Henrica van Hoolwerff– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Antwoord Op 't Verlangen en d'uytgestelde Komst van myn Veel-geliefde Moey Maria Bevelot, Huysvrouw van de E. Hr. Gerard Reynst, Drossaart, &c. Op 't Eyland ter Schelling. ACh! hoe lief is my 't Verlangen Van u, om by my te zijn; Maar 't uytstellen baart veel smerte, Het verlangen zelfs is piin. Zoo is 't hier dan onvolkomen, En de Liefde niet volmaakt, Daarom in dees leeme hutten, Onse Ziel te meerder haakt Na dat vast gebouw hier boven, Daar noyt eenig Vrinden scheyd, Maar met onbegrepen vreugde, Blijft by een in eeuwigheit: Doch zoo lang wy hier vernachten, Acht ik het ook wonder goet, Stichtelijk en lief geselschap, Dat my meê begeeren doet, Uw seer aangenaame by-zijn, Dat ik nu in lang niet had; Ay, bevordert dan uw reyze, En verhaast uw komste wat; Maar indien het mocht gebeuren, Dat de Dood hier tusschen quam, [Wy elkander niet en zagen, God een in den Hemel nam] [pagina 60] [p. 60] Laat dat missen ons niet smerten, Wy niet schreyen met geklagh, Maar den een den ander na-zien, Wachtende meed' op dien dagh, Dat de Heer ons daar zal brengen, Stellen voor sijn Majesteit, En wy t'zamen zullen zingen, Lof zy God in Eeuwigheit. Vorige Volgende