Kracht in swakheit(1696)–Henrica van Hoolwerff– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] Op 't Nieuwe Jaar 1695. 'K had niet gedacht, dit nieuw begonnen jaar Te sullen sien, vermits ik, in het naar En duyster graf, reeds scheen ter meer geleyt. Alwaar men niet, dan 't eeuwige, verbeyd. Almogend God! ik hef myn ziel om hoog, Voor wien ik my zo dikmaals neder boog; Die naar Uw' Raad, door onbegrepen kracht, Boven natuur, my dus verr' hebt gebracht. My vorders ook door Uwen Geest geleyd: Aan stille waat'ren, en in 't grasig weyd: Verquikt, versterkt, vertroost myn bange hert, Ook even in de alderdiepste smert: Tot ik van hier verschey, en koome, daar Geen wisselen meer is van dag, of jaar: De Zon niet keert, maar onbeweeglyk staat, In volle glans, die nimmer onder gaat. Vorige Volgende