19 Bedrieglijke volmaaktheid
Ziezo, op een paar kleine technische probleempjes na is de theoretische natuurkunde klaar. We hebben een model dat alles wat we willen weten in formule heeft gebracht. Wat willen we nog meer?
Welnu, het standaardmodel is mooi, maar niet perfect. Je zou allereerst kunnen gaan klagen over die 26 onberekenbare getallen. Maar als dat de enige klacht zou zijn dan was daar waarschijnlijk niet veel aan te doen. Er werden natuurlijk allerlei ideeën geopperd omtrent de herkomst van deze getallen, en theorieën over hoe we ze zouden kunnen voorspellen. Het probleem met al deze theorieën is dat de aangegeven argumenten nooit dwingend zijn. Waarom zou de natuur zich aan een of andere toverformule storen als er ook zonder die formule nergens echte tegenstrijdigheden zouden optreden? Wat we zouden willen hebben, is een fundamenteel nieuw principe, zoals de relativiteitstheorie, echter zonder alle reeds bekende principes overboord te gooien; die hebben ons immers zo prima geholpen om het standaardmodel te vinden! De beste plaats waar we zo'n nieuw principe zouden moeten zoeken, is daar waar ons model ook andere tekortkomingen vertoont. En die zijn er.
Een algemeen geldige regel in de deeltjesfysica is dat wanneer deeltjes met grotere energie tegen elkaar botsen, het resultaat van de botsing bepaald wordt door steeds kleinere structuren in ruimte en tijd. Stel dat we een deeltjesversneller hadden die duizenden malen meer bewegingsenergie aan de deeltjes meegeeft dan thans mogelijk is. De resultaten van de botsingen worden dan bepaald door veel kleinere details binnen in die deeltjes dan voorheen. Zegt het standaardmodel ook dan precies wat er zal gebeuren? Kortom, laten we nogmaals, als Gulliver, een reis gaan maken naar de wereld van de nog kleinere structuren.