Warenar

[p. 120]

Bibliografie

Berg, B. van den, ‘Naar aanleiding van de o's van P.C. Hooft’, in: TNTL 75 (1957), p. 181-198.

Boekel, C.W. van, ‘De Aulularia van Plautus en de Warenar van P.C. Hooft’, in: Neophilologus 41 (1957), p. 56-70.

Braun, L., Scenae suppositiciae oder der falsche Plautus. Hypomnemata, Heft 64. Göttingen 1980.

Gemert, L. van, ‘De snoepige grillen van hillebillen. Straatgewoel op het zeventiende-eeuwse toneel’, in: Els Ruijsendaal, Gijsbert Rutten, Frank Vonk (red.), Bon jours Neef, ghoeden dagh Cozyn! Münster 2003, p. 121-134.

Harmsen, T., ‘Hooft en Nil Volentibus Arduum. De waardigheid der poëzie’, in: J. Jansen (red.), Omnibus idem. Opstellen over P.C. Hooft ter gelegenheid van zijn driehonderdvijftigste sterfdag. Hilversum 1997, p. 107-120.

Hobma, J., ‘Een veelbesproken blijspel’, in: TNTL 17 (1898), p. 255-262.

Hooft, P.C., De briefwisseling van Pieter Corneliszoon Hooft. Uitg. door H.W. van Tricht, dl. 11599-1630. Culemborg 1976.

Hooft, P.C., Alle de gedrukte werken 1611-1738. Onder redactie van W. Hellinga en P. Tuynman, 9 dln. Amsterdam 1972.

Hooft, P.C. en S. Coster, Warenar. Ed. P. Leendertz jr, Zwolsche herdrukken ix-xi. Zwolle z.j. (1896).

Hooft, P.C., Warenar. Ed. J. Bergsma en C.A. Zaalberg. Zutphen z.j. (1973) (4e druk).

Hooft, P.C., Warenar. Ed. A. Keersmaekers, Klassieke Galerij 115. Antwerpen 1976 (4e druk; 1e druk 1956).

Hooft, P.C., Warenar. Ed. C. Kruyskamp, k.n.l. 14. Den Haag 1979 (5e druk; 1e druk 1961, 1e druk 1960).

Hooft, P.C., Warenar. Ed. L. van Gemert en M. Meijer Drees, Tekst in context 6. Amsterdam 2002.

Hummelen, W.M.H., Amsterdams toneel in het begin van de Gouden Eeuw. Studies over Het Wit Lavendel en de Nederduytsche Academie. 's-Gravenhage 1982.

Jansen, J., ‘Aulularia - Warenar, adaptatie in contrast’, in: Spektator 18 (1988-1989), p. 124-151.

Jansen, J., ‘“Ghy Amsterdammer Burgers..., ick ben u mee Poortres”. De aan-

[p. 121]

gesproken toeschouwers van de Warenar’, in: TNTL 106 (1990), p. 287-290.

Jansen, J., ‘Het slot van de Warenar (1617) en zijn mogelijke bronnen’, in: Spektator 20 (1991), p. 37-54.

Jansen, J., ‘Euclio op het Amsterdamse toneel’, in: Hermeneus. Tijdschrift voor antieke cultuur 64 (1992), p. 143-151.

Jansen, J., ‘The Aulularia edition which served as basis for the Warenar’, in: Quaerendo 24.2 (1994), p. 83-113.

Jansen, J., ‘De commentaar van de Aulularia en de creatie van de Warenar’, in: TNTL 110 (1994), p. 275-288.

Kuiper, W.E.J., ‘Hooft's Warenar en het Attische spel van den Pot’, in: De nieuwe taalgids 34 (1940), p. 270-279.

Leendertz jr., P., ‘Nog eens de Warenar’, in: Taal en Letteren 7 (1897), p. 356-371.

Leendertz jr., P., ‘Naschrift’, in: Taal en Letteren 8 (1898), p. 245-248.

Leendertz jr., P., ‘Naschrift’, in: Taal en Letteren 8 (1898), p. 296-299.

Leendertz jr., P., Bibliographie der werken van P.C. Hooft. 's-Gravenhage 1931.

Meter, J.J., ‘Le Matrici del Warenar’, in: Aion-Filologia Germanica 28-29 (1985-1986), p. 471-506.

N.V.A., De tweeling van Plautus. Twee zeventiende-eeuwse Plautus-bewerkingen. Ed. B.F.W. Beenen en A.J.E. Harmsen, met taalkundige medewerking van B.C. Damsteegt. Utrecht 1985.

Plautus, M. Accius, M. Accii Plauti Lat. Comoediae facilè principis Fabulae XIX superstites, cum novo & luculento commentario doctorum virorum, Operâ Friderici Taubmani, professoris Acad. [...]. Wittenberg 1605.

Plautus, T. Maccius, Aulularia. Ed. W. Stockert, Teubner. Stuttgart 1983.

Porteman, K., ‘Nederlandse embleemtheorie van Marcus Antonius Gillis (1566) tot Jacob Cats (1618)’, in: H. Vekeman en J. Müller Hofstede (red.), Wort und Bild in der niederländischen Kunst und Literatur des 16. und 17. Jahrhunderts. Erftstadt 1984, p. 1-6.

Porteman, K., ‘“Potterij of Poëterij”, of de geïntendeerde toeschouwer in de 17e-eeuwse z.g. ontspannende toneelliteratuur’, in: Acta universitatis Wratislaviensis 942, Neerlandica Wratislaviensia 3 (Wroclaw 1986), p. 7-26.

Reinhardstoettner, K. von, Plautus. Spätere Bearbeitungen plautinischer Lustspiele. Hildesheim, New York 1980 (reprint van Leipzig 1886).

Smits-Veldt, M.B., ‘De Isabella van Hooft en Coster: modern of modieus?’, in: G. van Eemeren en F. Willaert (red.), 't Ondersoeck leert. Studies (...) ter nagedachtenis van Prof. Dr. L. Rens. Leuven, Amersfoort 1986, p. 233-244.

Smits-Veldt, M.B., Samuel Coster, ethicus-didacticus. Een onderzoek naar dra-

[p. 122]

matische opzet en morele instructie van Ithys, Polyxena en Iphigenia. Groningen 1986.

Stipriaan, R. van, Leugens en vermaak. Boccaccio's novellen in de kluchtcultuur van de Nederlandse renaissance. Amsterdam 1996.

Stoett, F.A., ‘Een en ander over den Warenar van P.C. Hooft en S. Coster, uitgegeven door P. Leendertz Jr., Zwolsche Herdrukken ix-xi’, in: Taal en Letteren 7 (1897), p. 175-198.

Stoett, F.A., ‘Nog eens de Warenar’, in: Taal en Letteren 8 (1898), p. 239-244.

Tuynman, P., ‘De const van rhetorike en Hoofts vroege poëzie’, in: Uyt liefde geschreven. Studies over Hooft. 1581-16 maart - 1981. Groningen 1981, p. 11-27.