Warenar
(2004)–Samuel Coster, P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 15]
| |
Eerste bedrijfEerste toonneel
warnar,
Reym
75[regelnummer]
Her uyt, seg ick, her uyt: ick segje flucks her uyt.Ga naar voetnoot75
Sy wroet mit heur oogen as ien varcken mit zijn snuyt.
reym
O mijn rug, o mijn kop, o mijn neus, o mijn wanghen.
warnar
Ja, jae, je backes moet altemet vlieghen vanghen.Ga naar voetnoot78
reym
En waerom slaejeme nou, mijn neus en mongt die bloen?
warnar
80[regelnummer]
Vraechje waerom totebel? om dat ickje sier sou doen.Ga naar voetnoot80
reym
En waerom mach ick dan in huys niet langher bancken?Ga naar voetnoot81
warnar
Siet dese baviaen, wat heb ick hier veur rancken?Ga naar voetnoot82
Sel ick jou, denck ick, reen gheven van mijn bedrijf?Ga naar voetnoot83
Ick tyje tans wel mit ien kneppel op't lijf.Ga naar voetnoot84
85[regelnummer]
Spoeytme vande deur, flucks, of je backes sel vlieghen vanghen.Ga naar voetnoot85
reym
Hoe wel waermen'er an die salich waer ghehanghen,Ga naar voetnoot86
Ten minsten hoefd'men niet te dienen sucken geck.
warnar
Wat preutelje?
| |
[pagina 16]
| |
reym
Niet.
warnar
Soo speult den nicker mit jou beck.Ga naar voetnoot88
't Ierst dat ick weer wat doe, koomjeme dan daer op // storen,Ga naar voetnoot89
90[regelnummer]
Ick selje mit ien avager de ooghen uyt de kop // boren.Ga naar voetnoot90
Flucx hier, of ick legje ien tang tusschen hals en buyck.
Hoe gaetse voort, as ien luys op ien terighe huyck.Ga naar voetnoot92
Hier, bet hier nae toe, seg ick, nu nu ist te deghen,Ga naar voetnoot93
Blijftme daer sitten spinnen, songer voet te beweghen,
95[regelnummer]
En kijckje om, of wijckje ien stroo briet van daer,
Je krijcht goe koop de galgh totje nuwe jaer.Ga naar voetnoot96
Ick bin dus out, en heb meughelijck vijftich maisjens versleten,Ga naar voetnoot97
Maer van mijn leven noyt haers ghelijck gheweten:Ga naar voetnoot98
s'Is argh as de droes, en wilse haer best // temen,Ga naar voetnoot99
100[regelnummer]
Ick sorgh se selme noch iens uyt den nest // nemen,
Soo deurtrapt slim isse, en soo duyvels beus.
Krijchtse de snof vande Pot mit ghelt inde neus,Ga naar voetnoot102
Ick bin armer man as de ghevanghen slaven.
Nu moet ick de vloer iens weer op gaen graven,
105[regelnummer]
En sien ofse noch staet soo ickse heb e stelt.Ga naar voetnoot105
As ick denck datter yemant mocht raken after 'tghelt,Ga naar voetnoot106
Soo word ick kilkout van boven tot onderen.
reym
Jae wel ick en weetme niet ghenoech te verwonderen,
Hoe mijn miester dus van sinnen komt berooft,
110[regelnummer]
Wat dulheyt mach hem wesen in't ydele hooftGa naar voetnoot110
Tot mijn ellende, dus onlancks gheslaghen,Ga naar voetnoot111
Dat hy mijn thienmael op een dach ten huys uyt gaet jaghen?
De man heeft een wonderlijcke worm inde kop;Ga naar voetnoot113
| |
[pagina 17]
| |
Een hielen nacht leyt hy wacker, en staet vijftich mael op.
115[regelnummer]
Een hielen dach sit hy in huys, ghelijck as op de winckels
De kreupele snyers met haer ghekruyste schinckels.Ga naar voetnoot116
Nu ist immers ommekomen, en ick weet gheen raet,Ga naar voetnoot117
Van Klaertjens eer te bedecken, die op haer uyterste gaetGa naar voetnoot118
Beladen met kindt, en haest sal moeten baren:
120[regelnummer]
Nu ist al verlooren, ick en sie't niet te klaren.
Wee my verneemt hy'er of 'tminste maer sles;Ga naar voetnoot121
Best dat ickme verhangh hier erghens inde Nes,
Aen een Pastey-backers haeck, soo ben ick uyt het vresen;Ga naar voetnoot123
Mijn tanden wateren als ick denck watten kalkoen dat ick souw wesen.
| |
Tweede toonneel
warnar,
Reym
125[regelnummer]
Nu alle dingh behouwen is, en fijntjens op zijn stee,Ga naar voetnoot125
Bin ick wat beter e moet als ick flus wel dee.Ga naar voetnoot126
Gaet binnen Reym, nu ist datjet huys bevolen // wort.
reym
Wel ick mach het bewaren dat het niet e stolen // wort;Ga naar voetnoot128
Want voor dieven isser aers te halen niet een kruys,Ga naar voetnoot129
130[regelnummer]
Daer is toch niet as de wint en spinnerach in huys,
Of hy noch sorcht dat ymant die sel komen // taecken?Ga naar voetnoot131
warnar
Toch onse lieven Heer mochtmen om jouwent wil wel Paus van Romen // maecken:Ga naar voetnoot132
| |
[pagina 18]
| |
Of Koningh van Spangen, watje best quam te pas.
Bewaerjeme de Spinneraghen, na binnen toe ras:Ga naar voetnoot134
135[regelnummer]
Arm ben ick, dat weet ick wel, en draech't lijdtsaem en geduldich.
Wie datter komt kloppen en laet niemant in, weestme sorchvuldich,Ga naar voetnoot136
Ick loop om een bootschap, en kom terstont weer hier.
reym
En offer een buerwijf quam een kooltje vier?Ga naar voetnoot138
warnar
Dooftme al 'tvuyr uyt so hebbense gien spreecken,
140[regelnummer]
Of ick selje selver met de kop inde doof-pot steecken.
Komter ymand om water, soo roept metter veech,Ga naar voetnoot141
We meughen niet missen, onse back is leech,Ga naar voetnoot142
Roept het de Luy deur de veynster, soo krijchtmen gheen sluyper.Ga naar voetnoot143
Comter ien om een Emmer, s'is tot de kuyper,
145[regelnummer]
Om een dreg, om een puthaeck, of ander leur,Ga naar voetnoot145
'kHebse op straet vergheten, de dieven zijnder me deur.
Want by gans doot, hoe schoon datse praten,Ga naar voetnoot147
As ick uyt bin wil ick niemant in hebben e laten:
Jae al quam 'tgheluck selver, ick waerschouwje, siet
150[regelnummer]
Je meuchter op passen, doet gheen deur open niet,
Of je seltme te byster schrickelijck vertoornen.Ga naar voetnoot151
reym
'tGheluck, sonder sorgh, voor haer brand'men hoornen.Ga naar voetnoot152
'tGheluck sou hier ande deur kloppen? poep.Ga naar voetnoot153
'tLiep aerseling kreeght de lucht in de neus vanje stoep:Ga naar voetnoot154
155[regelnummer]
En as noodigh hier verby moet haer wech zijn ghenomen,
Soo wacht sy haer wel an dees zy de middelstraet te komen,Ga naar voetnoot156
Se kreegh wel een koorts op haer hals sachse de gevel maer aen.
| |
[pagina 19]
| |
warnar
Je selt je mongt houwen en binnen gaen.
reym
Ick hou mijn mongt en gae binnen.
warnar
't Gheboeft loopt dapper snuyven,Ga naar voetnoot159
160[regelnummer]
Daerom selje bey de grendelen toe moeten schuyven:
Ick koom terstont weer in, haeltser eerder niet of.
Ick schey wel nood' van hier, maer ick moet nae't Princen Hof,Ga naar voetnoot162
Daer selmen resolveren hoemen mit het ghelt sal spelen,Ga naar voetnoot163
Ofmen't op de doelen verteeren sel, of an lepels ommedelen;Ga naar voetnoot164
165[regelnummer]
Compareer ick nu niet soo mach ick gissen wel,Ga naar voetnoot165
Datmen al het resjen te samen opsnappen sel:Ga naar voetnoot166
Daer en boven sellense niet anders dencken konnen
Waerom dat ick wegh blijf, als dat ick 't ghelt heb e vonnen.Ga naar voetnoot168
Se hebbe me lang e kent voor suynich en vroet,
170[regelnummer]
Des sel het seer lichtelijck worden vermoetGa naar voetnoot170
Dat ick nu versuym haer te raden tot sparen,
Om dat ick doende bin mit wat grooters te winnen of te bewaren,Ga naar voetnoot172
En hoe nauw dat ick het heel, noch schijnt het dat meestGa naar voetnoot173
Al de Werelt dat droomen ken; met sulcken feestGa naar voetnoot174
175[regelnummer]
Segghense go'en dagh die my nu ontmoeten,
Daermen my te voren hiel magertjens pleech te groeten.Ga naar voetnoot176
'tIs go'en dach Warnar, waer heen Warnar? hoe vaertet al vaer?Ga naar voetnoot177
Adieu, t'uwen besten, vaert wel, een goet jaer.Ga naar voetnoot178
Ick sorgh sy ruycken longt, dit ken veur niet niet komen.
| |
[pagina 20]
| |
180[regelnummer]
Maer ick wil gaen daer ick voor heb e nomen,
En helpen daer 'twerck op 'tspoedichst' aen een zy,Ga naar voetnoot181
Dat ick haest op de bien weer nae huys toe ty.Ga naar voetnoot182
| |
Derde toonneel
geertruyd,
Rijckert
Ick wilde wel Broeder dat de woorden die ick huydenGa naar voetnoot183
Teghen u spreken sal, ghy my ten besten duyden,Ga naar voetnoot184
185[regelnummer]
Ghelijck een Broeder hoort te doen zijn Susters reen,Ga naar voetnoot185
Hoe wel ick seer wel weet men acht ons Vrouwen kleen,Ga naar voetnoot186
Voorseecker wy souwen niet liever doen as kallen.Ga naar voetnoot187
Ick laet dat voor 'tgheen het is, en heb daer niet met allenGa naar voetnoot188
Teghen te segghen voor dees-mael, maer is mijn begeer,Ga naar voetnoot189
190[regelnummer]
Datje denckt hoe ick jou Suster ben, die voor uw eer
En welvaert schuldich ben sorghe te draghen.
rijckert
Wat hebje te segghen?
geertruyd
Maer je wordt vast een man op jou daghen,Ga naar voetnoot192
En soo ick jou verlies sonder kinderlijcke erven,
Soo sal de naem van mijn Vaders gheslacht heel versterven:
195[regelnummer]
Dus heb ick al de nacht vast legghen paynsen, hoe
Ickje best mocht uythylijcken.
rijckert
Daer slae gheluck toe,Ga naar voetnoot196
En tot meerder soeticheyt, een heel pont vyghen.Ga naar voetnoot197
| |
[pagina 21]
| |
geertruyd
Siet, je mocht schier of morghen een dut komen te kryghen,Ga naar voetnoot198
En raken ergens an een Hoer vast, lichtvaerdich en vals.
rijckert
200[regelnummer]
Mienje om't wats Suster?Ga naar voetnoot200
geertruyd
Jae ick, in eernst.
rijckert
Och, ick bin om den hals.
geertruyd
Wel, hoe soo?
rijckert
Maer sulcken reden kan ick niet ghedoghen,
Binjer op belust, siet daer, slaet mijn een paer blaeuwe ooghen:
Niet mochtjeme segghen datme meer verdroot!Ga naar voetnoot203
geertruyd
Luyster.
rijckert
Soo mennighen woort daer of, soo mennigen stien veur mijn poot.Ga naar voetnoot204
geertruyd
205[regelnummer]
Doet het op mijn woordt.Ga naar voetnoot205
rijckert
Raejet mijn? ick doet.
geertruyd
Anders, licht datje sneefde.
rijckert
'tMocht wel dattet salich waer als ick het slechs niet en beleefde!Ga naar voetnoot206
geertruyd
Hoort eens nae mijn woorden, laetje raen, salighe man:Ga naar voetnoot207
Slaet het niet inde wint, je welvaert hanghter an.
rijckert
Wel ick ben te vreen, doetme morghen een Bruydt // op;Ga naar voetnoot209
210[regelnummer]
Mits bevoorwarend' dat ickse overmorgen 'tgat uyt // schop!Ga naar voetnoot210
| |
[pagina 22]
| |
Weetje daer raet toe, ick loop terstont nae de Barbier,Ga naar voetnoot211
En laetme scheeren, adieu.
geertruyd
Ghy deunter me, hoor hier,Ga naar voetnoot212
Let'er iens te deech op, alle jocke laet varen;Ga naar voetnoot213
Ick heb een Weeuw op spoor van veertich Jaren:
215[regelnummer]
Hoe veel meer of min, weet ick niet, 'tis daer ontrent,
Die door een seecker ghetrogghelt Testament,Ga naar voetnoot216
Met temen en lemmen van haren Man heeft verworven,Ga naar voetnoot217
Dat de beste plock van zijn goet op haer is verstorven:Ga naar voetnoot218
Zy kan ryen en omsien, en maeckte dat klaer,Ga naar voetnoot219
220[regelnummer]
Dat zy voordeel van hem hebben zou, en hy niet van haer.
rijckert
Die trijp?Ga naar voetnoot221
geertruyd
En steurtje niet, al lijckt het wat na guyten // spel,
Tis huydensdaeghs de werelt, zy vaert vande duyten // wel,
Wel ghereet, wel ghekleedt, en heerlijck behuyst,Ga naar voetnoot223
Van onderen tot bovenen, alle dingh even juyst;
225[regelnummer]
En soo quicks te vryen alsmen een Vryster int Lant // siet.Ga naar voetnoot225
rijckert
Hels vuyr op een stockjen, soo verbrandtse haer hant // niet,
Ick weet wel wieje mient, de Weeuw van Claesje klick:
We dienen mekaer niet, Lobberich en ick:Ga naar voetnoot228
De valsche schoon-praet souw gheen Peert nae mijn stal // wesen:Ga naar voetnoot229
230[regelnummer]
En as ick ooc iens mal wil worden, so wil ick te degen mal // wesen,
Het waer wel moghelijck dat ghy me had bekoort,
Hadje een Meysje van achtien jaer op e spoort.
Gelijc hier Warnar buers dochter, die mocht mijn kommer stelpen.
geertruyd
Asje daar an woud' ick mien je waert te helpen:
| |
[pagina 23]
| |
235[regelnummer]
Maer daer en sit niet ten besten, het volck is te slecht.Ga naar voetnoot235
rijckert
Maer 'tMeysjen is goelick, en de Vaer is oprecht:Ga naar voetnoot236
'k Wil gien Schoon-vaer die'er den heelen tijd' om zijn schulde ren,Ga naar voetnoot237
Noch een huys vol Meysjens om den gantschen dach te buld'ren.Ga naar voetnoot238
Ick bin die stoetery en dat ghevaert al moe.Ga naar voetnoot239
geertruyd
240[regelnummer]
Wel ist jou sinn'lijckheyt, God gheef ghelucker toe.Ga naar voetnoot240
rijckert
Kort beraet, goet beraet, ick gaer de Vaer af spreecken,Ga naar voetnoot241
Ziet ginder komt hy juyst van daen, na huys toe ghestreecken.
| |
Vierde toonneel
warnar,
Rijckert
Ick dacht het seecker wel, en 'tlagh my op mijn leen,Ga naar voetnoot243
Zoo nood' wild'ick van huys, dat ick vergheefs gingh heen:
245[regelnummer]
Ick by 't Princen-Hof komende, noch binnen, noch buyten, vant,Ga naar voetnoot245
Corperael of Lanspezaet, Capiteyn, of Luytennant;Ga naar voetnoot246
't Volck past niet op haer tijt, het is seecker van 'tmal,Ga naar voetnoot247
Nu ty ick weer na huys, want mijn hert isser al.
rijckert
Warnar-buer, goe'n dach man, hoe staet het leven?
warnar
250[regelnummer]
Heb ick jou daer Rijck-buer, goe'n dach wilje Godt gheven.
rijckert
En u een goet Jaer, datje gien verdriet // schiet.Ga naar voetnoot251
warnar
As de Rijcke d'arme soo toe spreecken, dat is om niet // niet;
De meyt sorch ick, heeft hem 'tspul van de Pot gemelt.
| |
[pagina 24]
| |
rijckert
Hoe gaetet al?
warnar
Hart ende swart, onbelaen met ghelt,Ga naar voetnoot254
255[regelnummer]
Ghelijck slechte luytjens van mynen doene pleghen.Ga naar voetnoot255
rijckert
Wat het is juyst allemael aen het ghelt niet ghelegen;
Hebje goedt ghenoeghen, je hebt een goet lot.Ga naar voetnoot257
warnar
Hoe smeerich kan hy kallen, dits al om de Pot:
Zoo ras as ick t'huys kom, ten baet gheen smeecken
260[regelnummer]
Sel ick voor mijn eerste werck de meyt de ooghen uyt steecken,
En daer na de tongh gaen tornen uyt heur keel.
rijckert
Buer-man wat staeje en praet inje selven dus veel?
warnar
Ick klaech over de armoed' die ick moet lyen;
Ick hebb' daer een eenighe Dochter te vryen,
265[regelnummer]
Daer ick niet me gheven kan, mijn lieve maet,Ga naar voetnoot265
Zoo komt het toe datter oock niemant na staet;Ga naar voetnoot266
En ick soudse gaern by mijn leven met een man besorghen;
Wangt ick vrees soo ick sturf datse schier of morghen,
In dese onghereghelde tyden mocht slaen op het wilt.Ga naar voetnoot269
rijckert
270[regelnummer]
Soo je anders gien noot hebt uw klachten vry stilt,Ga naar voetnoot270
Ick wilier wat by doen, gheeft den moet niet verloren.Ga naar voetnoot271
warnar
'kWeet wel waer hy wesen wil, maer dat gat sal hy niet boren,Ga naar voetnoot272
Hy heeft het op het kats-hooft e munt, daerom ist dat hy vrijt.Ga naar voetnoot273
rijckert
Ick hebje wat sonders te segghen.Ga naar voetnoot274
| |
[pagina 25]
| |
warnar
Och ick bint ghelt al quijt.
275[regelnummer]
Hy heeft het opghegraven soud' ick ramen,Ga naar voetnoot275
En nu komt hy quansuys alle vonghen me samen,Ga naar voetnoot276
Om mitme t'accorderen; och hoe wee isme te moe.Ga naar voetnoot277
rijckert
Wel buur-man waer loopje soo nechtich nae toe?Ga naar voetnoot278
warnar
Ick heb in huys wat te bevelen dat ick vrees te vergheten.
280[regelnummer]
Ick koom terstont weer by je.
rijckert
Als hy komt te weten
Dat mijn bootschap is om zijn dochter te versoecken tot
Mijn Huys-vrouw', hy sel dencken dat ick met hem spot,
Want soo onghelijck ghegoedt men selden siet trouwen.Ga naar voetnoot283
warnar
God sy ghelooft, de Pot is behouwen,
285[regelnummer]
Alle ding is soo't was, door mijn hert ging een vlijm
Doen ick nae binnen trat, en ick vil schier in swijm:
Wat segje nou Rijckert.
rijckert
Wilje wel antwoorden op mijn vraghen?
warnar
Sy moghender nae wesen datse me wel behaghen:Ga naar voetnoot288
Sy moghen oock wel soo wesen datje't weet,Ga naar voetnoot289
290[regelnummer]
Ick en antwoordje van al den dagh niet een beet.Ga naar voetnoot290
rijckert
Onbillickheyt sel ickje te voren niet legghen.Ga naar voetnoot291
Wat dunckje van mijn gheslacht?Ga naar voetnoot292
warnar
Daer is niet op te segghen.
| |
[pagina 26]
| |
rijckert
Wat dunckje van mijn leven, schoeyt het wel op de selfde leest?
warnar
Wat je hebt al jou leven een goed slocker gheweest.Ga naar voetnoot294
rijckert
295[regelnummer]
De jaren die ick out bin weetje oock wel te micken.Ga naar voetnoot295
warnar
Die hebben vry wat tellens an, se slachten je bricken.Ga naar voetnoot296
rijckert
Wel ick heb oock van jou altijd ghedacht
Datje een eerlijck burgher waert, daer ickje noch voor acht,Ga naar voetnoot298
Al binje van slechte luytjes, se waren onbesproken.
warnar
300[regelnummer]
Ick weet niet waert hem lieght, maer hy heeft de Pot gheroken.Ga naar voetnoot300
Wat is nou voort Rijckert-buur jou begheer?
rijckert
Daer toe gheef zijn seghen de opperste Heer,
Nae dien dat ghy mijn wel kent, en ick jou mede,
Soo hoop ick je seltme niet weygheren een bede,
305[regelnummer]
Dat is datjeme jou dochter te wyve wilt gheven.
warnar
Maer Rijckert ick hoorde noyt van mijn leven
Datje sucken quant waert; heeft dit oock slot,Ga naar voetnoot307
Mit een out arm man, as ick bin, te dryven de spot?
Heb ick dit opje verdient? ick kan't niet vermoeden.
rijckert
310[regelnummer]
Je moet mijn reden niet anders duyden als ten goeden,Ga naar voetnoot310
Het versoeck is mijn eernst, ick segje dat ick het meen.
warnar
Ey lieve, laet my en mijn dochter met vreen.
rijckert
Ghelooftme buur-man, ick doet niet om te jocken.Ga naar voetnoot313
warnar
Ghelijck by ghelijck plech alderbest te focken.Ga naar voetnoot314
| |
[pagina 27]
| |
315[regelnummer]
Den rijcken dient wat rijcks, den kalen dient wat kaels,Ga naar voetnoot315
Je soutme niet kennen willen, en maken mijn dochter overdwaels,Ga naar voetnoot316
Dan waer ick hiel in 't onderspit, my dunct het selme niet gelijcken.Ga naar voetnoot317
rijckert
Dat is wel de mannier van sommighe rijcken:
Maer ick selje kennen voor een Vader alst behoort.
warnar
320[regelnummer]
Beloofjeme dat?
rijckert
Jae'ck.
warnar
Vaerter wel me, daer isme woort,
Je selt de mayt hebben, waer toe veel te sammelen.Ga naar voetnoot321
Gans bloedt wat hoor ick daer binnen rammelen?
Daer isser voorseker een achter de buyt.
rijckert
Wat het maysjens sinlijcheyt angaet: wel, hy vaerter weer uyt,Ga naar voetnoot324
325[regelnummer]
Deur is hy, waer mach hy daer zijn ghebleven?Ga naar voetnoot325
Me dunckt hy speult neefjen, hebje van al jou leven,Ga naar voetnoot326
Wie quammer oyt soo veer daer sulcks is e schiet?Ga naar voetnoot327
'tIs mit hem, nou siejeme, nou siejeme niet,
Mit een wup is hy buyten, mit een wup is hy binnen:Ga naar voetnoot329
330[regelnummer]
'tIs trouwen niet vreemt al maecktet hem beteutert van sinnen,Ga naar voetnoot330
d'Arme luy, als de rijcke haer spreken aen,
Mienen doch altijt sij zijn gheslaghen of ghevaen,Ga naar voetnoot332
En soo versuymense somtijts een goe gheleghentheyt.
warnar
Hout dit voor Evangely, je moocht dit overweghen meyt,Ga naar voetnoot334
335[regelnummer]
En treck ickje niet mit wortel mit al uyt de lel,Ga naar voetnoot335
| |
[pagina 28]
| |
Soo gheef ick jou last, vol macht, en sonderling bevelGa naar voetnoot336
Datje mit miester Jeurjaen de quacsalver, mit de kromme rubben,Ga naar voetnoot337
Accordeert de beste koop datje kent, om me te laten lubben,Ga naar voetnoot338
Ick segtje mit een koele moet, zyter op verdacht.Ga naar voetnoot339
rijckert
340[regelnummer]
Wel buur-man me dunckt datje me niet en acht,
Waer heb ick dit verdient, datje mitme de geck sout scheeren?
warnar
Neen seker, ick houje veur een man mit eeren,
Indien ick mit jou geck soo slaetme de moort.Ga naar voetnoot343
rijckert
Hoe hebben wy't dan t'samen? staeje noch jou woort?Ga naar voetnoot344
warnar
345[regelnummer]
Jae; maer ghelijck gheseyt is, ick kan'er niet mee gheven.
rijckert
Dat weet ick wel, daer en leyt niet an bedreven,Ga naar voetnoot346
Zy sal op die voorwaerd van my werden ghetrout.
warnar
Hoor hier, beeldje niet in dat ick een Pot heb e vongen met gout:
rijckert
Wat een blaes, ick trouse om haer goede manieren.Ga naar voetnoot349
warnar
350[regelnummer]
Datje't dan wel verstaet, ick sel gien hylijcks goet uytkieren.
rijckert
Wy zijn't volkomen eens.
warnar
Jae, maer ick kenje wel,
'tIs met de rijcke luy gheef stockje, neem stockje, stockje in den hel,Ga naar voetnoot352
Nou beloofjese me te nemen sonder beurs sonder bricken,Ga naar voetnoot353
'Thans comen je de poppen in't hooft, so ist hylick an sticken,Ga naar voetnoot354
355[regelnummer]
Jy luy en houtje woort niet dan by gheval.Ga naar voetnoot355
| |
[pagina 29]
| |
rijckert
Ick seg wat ick beloof dat ick het houwen sal,
En tot meerder bevesting van mijn verclaren,
Soo laetme vrienden t'avont by de jouwe vergarenGa naar voetnoot358
Om het hylick te beschryven met ghemeen accoort,Ga naar voetnoot359
360[regelnummer]
Ick sel gaen bestellen nu rechtevoort,Ga naar voetnoot360
Datter wat comt daer wy of bancken meughen,Ga naar voetnoot361
Want ick weet wel de costen daer keunje niet teughen.
Adieu tot flus toe, ick ty op de been,
En sal me mijn best spoeyen.
warnar
Daer stapt hy heen.
365[regelnummer]
O lieven Heer, wat een dingh ist oock ghelt // hebben.
Dese man sou op mijn dochter zijn sin noyt e stelt // hebben,
En had' hy niet int hooft (denck ick) van de ghevonden schat,
Soo comtet dat hy dus aenhout als een clat.Ga naar voetnoot368
| |
Vijfde toonneel
warnar,
Reym
Waer benje snapster die over de buert hebt gaen verbreden,Ga naar voetnoot369
370[regelnummer]
Dat ick mijn dochter met groot goet ten huwelijck gae besteden,
Flucx rept me jou handen nou en wachter niet mee,
Wascht knap de vaten om, schickt alle ding op zijn stee,Ga naar voetnoot372
Voort, maeckter een eynd' of, en sonder te spotten // lanck,Ga naar voetnoot373
Schrobtme vaerdich de deel, en schuert de potte // banck,Ga naar voetnoot374
375[regelnummer]
Hemelt de Coocken op, en stoft het Voor-huys uyt,Ga naar voetnoot375
Schuert de glasen wacker, maer breeckje ien ruyt,Ga naar voetnoot376
Ick selse an jou huer korten, wit de muer inde kamer,
| |
[pagina 30]
| |
En haelt voor een pennewaerd sagheles tot de kramer,Ga naar voetnoot378
Se meughent op de kerf-stock setten, 'tmacher nu wel of.
reym
380[regelnummer]
Miester wiljer deur wesen, hoe gaeje dus grof?Ga naar voetnoot380
Een hiel penningh aen sagheles om de vloer te bestroyen?
Dus doende selje al jou schoone goet wel vermoyen,Ga naar voetnoot382
Denckt alsje dat noch iens doet soo ist een duyt.
warnar
Dats alliens, 'tmoet nu vol staen, mijn dochter is de Bruyt.Ga naar voetnoot384
reym
385[regelnummer]
Daer slae gheluck toe: maer wie selse trouwen?
warnar
Onse Buer-vryer Rijckert, t'avont sel men maeltijt houwen
Op't sluyten van't hylick met de vrienden van elcke zy.
reym
Bylo dat sel wat costen.Ga naar voetnoot388
warnar
De Bruygom houtme vry,
'Tmach gien quaet, hy sel cost en dranck beschicken.
390[regelnummer]
Ick gae iens anden Dam, pasje op je sticken.Ga naar voetnoot390
Ick koom terstont weer in, de deur dicht sluyt.
Siet toe maeckt het schappelijck, of je raecktet gat uyt.Ga naar voetnoot392
Soo mach pas een ander het bruylofts stuck ghenieten.Ga naar voetnoot393
reym
Nu steecken ick en Claertjen ten ooren toe inde verdrieten,
395[regelnummer]
De Bruyt, de Bruyt te worden, en s'is op het uyterste swaer,Ga naar voetnoot395
Nu sie ick'er gien muyeren langher an mit me kaer.Ga naar voetnoot396
Ick mach terwijl binnen gaen en doen mijn dinghen,
Verwachtende hoe 'tongheluck met ons om sel springhen.
|
|