Gedichten. Deel 1
(1899)–P.C. Hooft– Auteursrecht onbekend
[pagina 323]
| |
[Van vrouwe Geertruidt van Loon, graswinkel.]Voor wien dat Phoebus buycht en al de Musen neygen,Ga naar voetnoot+
Die cier dees laurekrans; s' is, wijsheyts Hooft, u eygen!
| |
[Antwoordt.]'K heb mirt, olijf, noch roos, om 't waerde hoofd te kroonen,
Dies bid ick, wijse vrou, wilt mijn onmacht verschoonen.
|
|