Gedichten. Deel 1
(1899)–P.C. Hooft– Auteursrecht onbekendVeltdeuntjen.Valckenoochje sat en loerde,Ga naar voetnoot19)
20[regelnummer]
Achter 't riedt met smalle blaen,
En sij sach het veer vast aenGa naar voetnoot21)
Dat haer vrijer Boxvoet voerde,
Die niet ver was daer van daen.
Pottert, riep haer helle keeltjen,Ga naar voetnoot24)
25[regelnummer]
Hoort uw hart alleen dan mij?
Want hij arremde' haer gespeeltjen.Ga naar voetnoot26)
Die keeck bril, en deur droop hij.Ga naar voetnoot27)
9 Feb. 1611. Wonsd.
|
|