De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 812]
| |
Bijlage 1144 [Over de priester Govert Francken.]Govert (Godfridus) Francken ('s-Hertogenbosch 1595-Kust van Guinea 1654) trad tot de Jezuietenorde toe te Mechelen in 1616, werd priester gewijd in 1626, was daarna leraar filosofie in Duitsland en rector van het Jezuieten-college te Brugge; missionaris in Gooiland (wonende te Naarden) 1641-1643, daarna in Scandinavië en op de Kust van Guinea. (Zie over hem Bijdragen Gesch. Bisdom Haarlem VIII (1879) blz. 81.). | |
Vergaderinge vande Vroetschappen den 27e Januarij 1643 demptis Claes Del, Vincent Claesz. ende Thomas Houtman Burgermr die hem geexcuseert heeft.Ga naar eind*Govert Francken priester 1Alsoo eenen Govert Francken van Shartogenbosch hem qualificerende te sijnGa naar eind1 2 een Rooms priester affgegeven hadde, omme met de Dienaers des GodlijckenGa naar eind2 3 Woorts alhier, nopende de puncten der religie te willen comen in conferentie 4 Ende dat de voors onse Leeraers daer toe versochten consent, ten eijnde eenGa naar eind4 5 ijder de mont gestopt, alles te vrijer ende *moet*Ga naar voetnoot+ goede orde mochte toegaen, 6 Presenterende dat de voors Priester met een ofte meer priesteren sijnder gesint-Ga naar eind67heijt mochte werden gesecundeert: Soo ist dat de Vroetschappen t selffdeGa naar eind7 8 hebbende genomen in deliberatie, Den voors onsen Leeraers ende den voorn 9 priester geconsenteert hebben, ende consenteren haer mitsdesen, omme mettenGa naar eind9 10 anderen te comen in minnelijcke conferentie, nopende de poincten vande religieGa naar eind10 11 op soodanige voet ende middel als parthijen te samen sullen beraemen, autho-Ga naar eind1112riserende haer daer toe te verkiesen soodanighe bequaeme plaetse alhier, als 13 sijluijden tot de bijeencompst noodich sullen achten, ende sal de voors Priester 14 tot sijnder assistentie soodanige priester alhier ofte elders tot hem mogen nemen,Ga naar eind14 15 als hij sal noodich achten, ende sal de conferentie geschieden, ten bijwesen vanGa naar eind15 16 soodanige personen als bij beijder bewilliginge daer toe sullen geadmitteert 17 werden.
Resolutieboek Vroedschap. Gem.archief Weesp A 9 B, fol. 14v.
Deze verrassende resolutie wettigt een terugblik op 747, Hooft's antwoord aan de Staten van Holland van 3 februari 1636. De onderzoeking in het gemeentearchief van Weesp, die het bovenstaande aan het licht bracht, leverde ook een toelichting op de bij 747 gegeven commentaar. Daarin werd ondersteld, dat Hooft met zijn verontwaardigd ontkennen, dat er ooit een katholiek burgemeester of schepen van Weesp geweest was, wel de waarheid sprak, maar dat het Hof met de ‘Majestraet’ hoogstwaarschijnlijk ook de vroedschap bedoeld had, zodat Hooft een gedeelte van de vraag onbeantwoord liet. Een bevestiging hiervan schijnt nu het volgende. Op 1 februari 1636, kort voordat hij aan de Staten schreef, had de jaarlijkse verkiezing resp. herverkiezing van de vroedschapsleden plaats. Bij deze gelegenheid stelden er twee zich niet herkiesbaar. Een van hen was Albert Jansz. Plemp, zie voor Hooft's vriendschap met deze bekende katholieke familie de commentaar op 1301. Onaannemelijk, dat dit aftreden van Plemp niet op een wenk van Hooft gebeurd zon zijn. Albert Jansz. Plemp was vroedschap sedert 1 februari 1631, daarvoor herhaaldelijk scholarch en weesmeester. Bij de inspectie van 1644 (UdM Bijlage XIII) werd te Weesp een schuilkerk aangetroffen ten huize van ‘de wede Plemp’. Resolutieboek Vroedschap. Gem. archief Weesp A 9 A fol. 114v. |
|