De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 799]
| |
1336 Den Eerentfesten, voorsienen discreten Sr G. Brandt, de jonghe Tot Amsterdam.1Monsieur Brandt:
2Ick hebbe met genoeghen gesien dat U.E. den Nederlanden haereGa naar eind2 3 lesse hebt willen lesen, ende haer doen begrijpen wat eere sij den 4 Heere Hooft sal. over sijne hooghe wetenschap ende wat dankbaer-Ga naar eind45heid sij hem schuldigh zijn over de weldaden van hem ontfangen, 6 sulx ijeder een niet maghtigh en is uijt te spreken. Dat mijn duijs-Ga naar eind67tere naem den gevel van dat gebouw heeft moeten bevlecken, neme 8 ick als voor een pleijster-vliegh, die een' schoone vrouw op haerGa naar eind8 9 voorhoofd sette, om haer witt noch stercker daer tegens op teGa naar eind9 10 halen. Ick behoorde U.E. vroeger erkentenisse gedaen te hebbenGa naar eind10 11 vanden ontfang van sijn Reden: maer in sulcke plichten stellen mij 12 mijne besigheden meest met ijeder een ten achteren. Hier in deGa naar eind12 13 wildernisse reken' ick af met sommighe dergelijcke schuld-heffers,Ga naar eind13 14 even als een Banquerouttier van Culemburgh of Vijanen. NeemtGa naar eind14 15 het ten goede, en gelooft mij niet min,Ga naar eind15 16UE. Dienstwe Vriend 17C Huijgens. 17Zuijlestein. den 22en Sept. 1647 |
|