De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 506]
| |
1161 (F. Martinius aan H. Amya.)Ga naar eind*D. Hermanno Amya.
1... 2Nam Historiam Capitis Mudensis legi, et quamvis, ex assidua 3 lectione priorum ejus operum, satis mihi familiaris Autor non 4 quotidianus esset: tanto tamen impetu ferebar in hanc novam 5 historiam, ut non deponerem nisi perlectam. Intra septem dies, 6Exegi monumentum aere perennius.Ga naar eind6 7Non tamen, ut omnia concoquere possim, quae tam cito deglutii. 8 Multa enim acerbe recrudescunt, praesertim quae religionem et 9 cultum divinum spectant. Quod an vitium sit stomachi mei, an 10 ambrosiae nimium terrenae, hoc loco in dubio relinquam. 11...
128 Maji 1643 o.s.
vertaling
... Want de Historie van het Hooft van Muiden heb ik gelezen, en hoezeer ook door de voortdurende lectuur van zijn vroegere werken de niet alledaagse Auteur mij vrij vertrouwd was, ben ik toch met zo grote vaart afgestoven op deze nieuwe Historie, dat ik haar niet heb neergelegd dan ten einde toe gelezen. Binnen zeven dagen heb ik Gans doorwerkt 't monument, duurzamer stof dan staat. Niet echter, dat ik alles te verduwen bij machte ben, wat ik zo gezwind heb ingezwolgen. Veel immers laat een pijnlijk brandend gevoel na, voornamelijk wat op de overtuiging en den dienst van God ziet. Of dit nUEen gebrek is van mijn maag dan wel van ambrozijn van al te aardse samenstelling, wil ik te dezer plaatse onbeslist laten. ....
8 mei 1643. |