De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

Derde deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 345]

1069 Aen mijn Heer mijn Heer Joachimus Vickefort, Ridder ende Raadt van haere Hoocheijdt van Hessen, woonende op de cingel in de Ploech naest den Dolphijn, Amsterdam.

port,

1........

2Hodie summo mane cogitavi de Muydensibus certaminibus, et hoc 3 Epigramma scripsi, ad Satrapam, quod velim illi per occasionem 4 mittas:

Dum tuus intentas in circum dirigit hastas

Civis, Olympiacis acrius actus equis:

Nos placidum Rheni viduas mulcemus ad amnem,

Nec tamen officium cuspis et hasta facit.

Haec civis laus tota tui est, se infigere circo.

At laus, à circis abstinuisse, mea est.¹¹

........

13Langerode 24 May 1641

14N.T.

15addictiss^mus

16C. Barlaeus.

vertaling

Vandaag in alle vroegte heb ik nagedacht over de Muider wedstrijdevenementen en dit Puntdicht geschreven voor den Drossaard, waarvan ik graag zou zien, dat gij het bij gelegenheid hem toestuurt:

Nu bij de ringrijderij gespannen de speer richt uw Muider

Burgerschap, feller in ren dan op Olympische baan,

Brengen wij weduwen rust aan d'Ouden vredigen Rijnstroom;

11 Circe is in Homerus' Odyssee een ‘betoverende’ vrouw.

[p. 346]

 

Evenwel stootlans noch punt vindt hier heur dankbare taak.

 

Dit is de loutere roem uws burgers: de cirkels te raken;

 

Dat ik aan Cirke's niet raak, dat is mijn loutere roem.

De aan Uwe Edelheid

zeer toegewijde

Caspar Barlaeus

Langerode, 24 mei 1641

Origineel. UBL Pap. 8.36.