De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 286]
| |
1037 Aen mijn Heer, mijn Heer Joachimus Vickefort. Ridder ende raet van haer Extie de Lantgravinne van Hessen, woonende op de cingel bij den Dolphijn, Amsterdam.port,
... 1Fui tecum Muydae, ubi Hoofdius, Leonora, Susanna, Constantia, 2 egregiis exemplis magnarum virtutum documenta nobis dedere. 3 Equidem in Hoofdio praeter facundiam, prudentiam, comitatem, 4 admiratus semper fui priscam illam morum simplicitatem, nec 5 fluxos hujus seculi ritus, quibus vicina Gallia Batavorum 6 constantiam expugnat, et in Proteos transmutat. In Leonora, tantiGa naar eind6 7 viri conjuge, Cornelias, et Sempronias, et Placidias, et Flaccillas, etGa naar eind7 8 Serenas adspicio; hoc uno ab illâ dispares, quod à magnis virtutibus 9 secreverit grande supercilium, nec pro dote triumphos numeret.Ga naar eind9 10 Susanna comis est sine fuco, diserta sine arte, modesta sine 11 affectatione, sine ostentatione sciendi avida. Constantia primam 12 virtutem putat, omnes complecti posse, et dissimulare singulas.Ga naar eind12 13..... 14Poelgeestae ad Rhenum, 12 Sextil. 151640. 16C. Barlaeus
vertaling .... (Verder) ben ik met u in Muiden geweest, waar Hooft, Leonoor, Susanna en Constantia door hun exemplaire gedragingen aan ons van hoge zedelijke eigenschappen de blijken hebben gegeven. Ik voor mij heb in Hooft naast zijn gemakkelijk spreken, zijn verstandigheid en vriendelijk optreden, altijd bewonderd - iets van den ouden stempel! - dien eenvoud van zijn karakter: niet de wufte manieren van deze eeuw, waarmede het genabuurd Frankrijk der Batavieren vaste geaardheid breekt en in een Proteus-geaardheid omzet. In Leonoor, de gade van zo groot een man, zie ik de Cornelia's en de Sempronia's, de Placidia's, Flaccilla's en Serena's voor mijn ogen, in dit ene slechts van haar verschillend, dat zij haar hoge eigenschappen heeft weten vrij te houden van ‘het opgetrokkene wenkbrauwenfronsen’ en niet ‘als meegekregen met haar bruidsgift al de zegekarren der familie opsomt’. Susanna is vriendelijk zonder lozen schijn, weet haar gedachten zonder gekunsteldheid goed uit te drukken, is zedig, zonder dat ze zich aanstelt, en zonder vertoon weetgierig. | |
[pagina 287]
| |
Constantia acht het de eerste deugd, dat men het vermag, aan alle zich toe te wijden, en toch bij elke op zichzelve doet, of men die deugd niet kent. .... Te Poelgeest aan den Rijn, 12 augustus 1640.
C. Barlaeus.
Barlaeus prijst Hooft en zijn gezin. |
|