De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 261]
| |
1027 (D. Tholincx aan P.C. Hooft.)1Mijn Heere,
2Alsoo mijn soon van Tijt tot Tijt mij heeft geadviseert de meenich-Ga naar eind23voudige vruntschappen, soo hij van sijn Extie de Groot geduijrendeGa naar eind3 4 sijn verblijf te Parijs heeft genooten ende noch is continueerende 5 Hebbe niet connen leedich staen om Me Vrouw de Groot (die 6 alhier tot Amsterdam gearriveert is) neffens eenige andere goede 7 vrunden tot een ge[-]teeken van genooten vruntschap op toe-8comend[-] Woensdach s' Middachs te Tracteeren, ende alsoGa naar eind8 9 Ick mij oock ten Hoochsten in UE.Ed. verobli[-] vinde, so is'tGa naar eind9 10 dat Ick bij deesen vrundelijck op UE.Ed. ben versoeckende daerGa naar eind10 11 tegens mede t' onsen Huijsse te willen verschijnen met Me Vrouw 12 UE.Ed. waerde gemalinne; waer aen mij sodaenige Courtogie enGa naar eind12 13 vruntschap sal geschieden dat Ick al mijn leven sal blijven 14Mijn Heere 15UE.Edn Ootmoedigen Dienaer 16DTholincx 17In Amsterdam den [----------]
Uitnodiging, samen met Maria van Reigersbergh. |
|