1016 A Madamoiselle Madamoiselle Tiresie Constance, Pijnssen vander Aa, a Bruxelles.
1Madamoiselle, ma Cousine,
2Aijant entendu par des lettres de Monsr l' Adt Cloops, que Monsr le 3 Chanoine Steensel, tuteur de vos freres orfelins, á trouvé, parmij les 4 papiers de feu Monsr vostre pere, quelques lettres et escrits, qui 5 touchent les proces de ma femme, lequels il consignerait 6 volontiers a Monsr Clueps, pourveu qu' il eut ordre de moij a ce 7 faire; je vous supplie de luij dire de ma part, que je me recommande 8 treshumblement a ses bonnes graces, et que faisant tenir lesdictes 9 lettres et escrits a Mr Cloops il m' obligerá grandement. Pour 10 asseurance dequoij, et a sa decharge servirá la presente laquelle vous 11 plaise mettre en ses mains. Cependant je baise[les] en toute sub-12mission les vostres, demeurant,
13Made ma Cousine
14Vostre tresaffectionné et
15treshumble serviteur et Cousin
16P.C. Hóóft.
17D'Amstredam, ce 2e Avril 1640.
vertaling
Mejuffrouw, Waarde Nicht,
Vernomen hebbende uit brieven van mijnheer de advocaat Cloops, dat mijnheer de kanunnik Steensel, voogd van uw verweesde broers, onder de papieren van wijlen mijnheer uw Vader enige brieven en geschriften gevonden heeft, die betrekking hebben op de processen van mijn vrouw, welke hij gaarne aan de heer Clueps in bewaring zou geven, mits hij daartoe opdracht van mij had, verzoek ik u hem uit mijn naam te willen zeggen dat ik mij hem nederig aanbeveel, en dat hij mij zeer zal verplichten door genoemde brieven en stukken aan de heer Cloops te overhandigen. Ter bevestiging hiervan en om hem van verplichting te ontslaan, diene dit schrijven dat u zo vriendelijk zij hem ter hand te stellen.
Inmiddels kus ik in diepe eerbied de uwe en verblijve
Mejuffrouw, Waarde Nicht,
Uw zeer toegenegen en
onderdanige dienaar en neef
P.C. Hóóft.