De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
(1979)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDerde deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 199]
| |
994 Mijn Here Mijn Here Pieter Corns Hooft Drossaert tot Muijden ende Bailliu van Goylandt Tot Muijden1Mijn Here
2Wttermaten seer ben ick verwondert, wt Uwer E. missive te 3 verstaen, dat hetgene in regard vande proceduren aldaer, overGa naar eind3 4 den dijck van mijn, ende Claes Janssen is gepasseert, moet aenco-Ga naar eind45men opt onbevoeght ende onkundich beleijt vanden Schout ende 6 Schepenen aldaer, die ick niet can aennemen, dat soodanich gesach,Ga naar eind6 7 als sij haer hebben aengematicht, ende Uwe E. haer toeschrijft,Ga naar eind7 8 soude toecomen. Ick en hebbe niet versocht uwe E. intercessieGa naar eind8 9 bij haer, om in cas van weijgeringhe deselve te doen vallen inGa naar eind9 10 cleijnachtinghe, of in cas van toestandt op te laden swaren haet;Ga naar eind10 11 veel min can ick in desen bedacht worden op mijn hooft te souden 12 halen ontallijcke vloecken: Maer dat wel, dat UE sich soude willenGa naar eind12 13 laten onderrechten vande ongerijmtheijt der proceduren, ende vanGa naar eind13 14 mijne constante goede meninghe voor 's gemene landts, soo wel als 15 mijn ende mijner naburen beste, ende ten dien eijnde, als dewelckeGa naar eind15 16 als Dijckgraef aende oostsijde vande Vecht soodanich gesach met 17 sijne Heemraden toecompt den Hola te willen maken. Ick en canGa naar eind17 18 noch niet wijser worden, ende nademael de sake nu alhier voort'Ga naar eind18 19 hof moet comen, soo en wil ick niet twijfelen, de sake bij UE.Ga naar eind19 20 naerder ingesien ende met alle omstandicheijden wel gerumineert 21 sijnde, of deselve sal tot voorcomingene van vordere verwijde-22ringhe vandaer ten dage dienende alle gematichtheijt doenGa naar eind22 23 bijbrengen. Ende voornementlijck in mijn regard, de sake aldaerGa naar eind23 24 sulx stieren ende houden, dat ick niet en werde verdacht veel minGa naar eind24 25 aengesien als op mijn ladende ontallijcke vloecken. De Vloeck,Ga naar eind25 26 hebbe ick wel geleert blijft altoos in sijn eijgen hoeck. Ick versoecke 27 nochmael dat uwe E. aldaer den Hola wil maken, ende mij tegens 28 calumnie ende ongelijck protegeren, Gelijck ick voormaels (absitGa naar eind28 29 verbo invidia) bij occasie onversocht in UE. regard gaerne hebbe 30 gedaen, ende als t' meer te passe mocht comen niet soude connen 31 nalaten te doen. Ick sal dan, afwachtende wat van daer hier salGa naar eind31 32 comen, t' uwer E goeder directie de sake bevolen laten, ende naerGa naar eind32 33 gebiedenisse blijven, gelijck ick mij schrijve | |
[pagina 200]
| |
34Mijn Here 35Uwe E. dienstwillighe 36A. Oetgens van Waveren. 36Hage den 2 Octob. 1639.
Vervolg van 988, 989. |
|