| |
| |
| |
Lijst van illustraties
1 | P.C. Hooft. Gravure van J. Houbraken, in 1738 gemaakt voor Huydecoper's uitgave van de Brieven, naar een tekening door J.M. Quinkhard van het schilderij van M. van Mierevelt, dl. I, ill. nr 33.
N.B. Bij v. Mierevelt staat ter hoogte van de schouders ‘Aetatis 48 Ao 1629’, op de reproductie is dit niet zichtbaar. |
2 | Joost Baak, koopman te Amsterdam. Zwager van Hooft.
Schilderij van Cornelis van der Voort. Eigendom van de gemeente Beverwijk.
Foto Hans Sibbelee. |
3 | Magdalena van Erp, vrouw van Joost Baak, zuster van Hooft's eerste vrouw Christina van Erp.
Schilderij van Cornelis van der Voort. Eigendom van de gemeente Beverwijk.
Foto Hans Sibbelee. |
4 | Johan Colterman, rentmeester van Kennemerland.
Anoniem schilderij. Coll. Jhr. mr. J.F. Th. van Valkenburg, Amsterdam.
Foto Iconografisch Bureau te 's-Gravenhage. |
5 | Brief van P.C. Hooft aan Anna en Maria Tesselschade Roemer Visschers, 20 juni 1624. Zie onder 174 de opmerkingen over het handschrift en de tekst.
(Technisch verbeterde herhaling van 1624). |
6 | Brief van P.C. Hooft aan Anna Roemer Visschers. 1624. Het nummer dat deze brief in Werken (1671) zou krijgen, ‘12’, en het opschrift zijn toevoegingen van G. Brandt. De paginering ‘45’ is van onbekende hand (zetter?). De datering ‘1620’ is toegevoegd door Brandt, doorgehaald en door ‘1624’ vervangen door Arnout H. Hooft. De drukkerssignatuur ‘Kk 5/17’ bewijst dat deze originele brief voor de druk van de Werken op de zetterij geweest is. (208)
(Verb. herh. van 1649). |
7, 8 | Vondel's vertaling van Barlaeus' Latijnse brief aan P.C. Hooft van 14 (sic) maart 1630. Zie 1644 783 784 887 888. (349 Bijlage) (Verb. herh. van I 800 802) |
9 | Brief van C. Huygens aan P.C. Hooft van 18 september 1630 (hs. onjuist 1634), met puristische toevoegingen van de hand van J. Wijtz in de marge (391) |
10 | Brief van Susanna Bartolotti aan Leonora Hooft-Hellemans. Zie de toelichting onder 432. |
11 | Minuut van de brief van P.C. Hooft aan J. Baak van 29 juli 1631, waarin een passage onleesbaar gemaakt is, deels door uitknippen, deels door het overkrassen van de tekst met de pen (Brandt past dit verticale doorkrassen vaker toe, Hooft nooit). Zie over de emendaties van J. van Vloten (P.C. Hoofts Brieven II 191) en J.F.M. Sterck (Vondelbrieven 68) blz. 224. Het fragment toont op r. 8 en 9 v.o. een tekstwijziging van Brandt: de uit Loevestein ontvluchte predikanten worden ‘die mannen’ genoemd in plaats van Hooft's ‘d' arme lujden’. (468) |
| |
| |
12 | De bekende brief van Hooft aan Tesselschade van 1 augustus 1633 over de vergeten muilen. Behalve de watervlek toont ook dit hs. de tekstkritiek van Brandt: in de derde regel verbeteren zowel hij als A.H.H. een verschrijving; verderop zet Brandt voor ‘Brosjen en Burghjen’ in de plaats: ‘Brosterhuisen en Verburg’ en voor ‘Franche’: ‘Francisca’ (587) |
13 | Het Muiderslot. De binnenplaats, gezien van de Zuidertoren af. Gefotografeerd vóór de restauratie van omstreeks 1900. De wachtkamer met trap die in 1630-1631 door Hooft werd aangebouwd (vgl. 371 tot en met 464) is nog niet afgebroken (vgl. nr 14, hierna).
Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist. |
14 | Het Muiderslot. De binnenplaats, gezien uit dezelfde hoek. Bij de restauratie, die de middeleeuwse toestand wilde herstellen, is de aanbouw van 1630-1631 afgebroken. De moet op de muren is nog duidelijk zichtbaar.
Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist. |
15 | Andries Bicker, koopman, burgemeester enz.enz. van Amsterdam, ambassadeur enz. Schilderij van Bartholomeus van der Helst.
Rijksmuseum, Amsterdam. |
16 | Albert Coenraedsz. Burgh, koopman, burgemeester enz.enz. van Amsterdam, ambassadeur o.a. in Moscovië. Neef van Christina van Erp en met Hooft bevriend. Tekening naar het schilderij van Thomas de Keyzer, voorstellende de burgemeesters van Amsterdam die op Maria de Medicis wachten (zie D.P. Snoep, Praal en propaganda blz. 45).
Foto Iconografisch Bureau, 's-Gravenhage. |
17 | Jan Carel de Cordes (olim de Renialme), Hr van Wichelen, koopman te Antwerpen. Neef van Leonora Hellemans. Schilderij van P.P. Rubens.
Koninklijke musea voor Schone Kunsten, Brussel.
Foto Kon. Instituut voor het Kunstpatrimonium aldaar. |
18 | Cornelis van der Mijle, Hollands edelman, wegens Remonstrantse gezindheid jaren ambteloos, maar geleerd en zeer gezien. Anonieme gravure.
Coll. Iconografisch Bureau, 's-Gravenhage. |
19 | Nicolaes Hasselaer, brouwer, kapitein-majoor van het krijgsvolk binnen Amsterdam. Zwager van Hooft. Schilderij van Frans Hals.
Rijksmuseum, Amsterdam. |
20 | Willem de Groot, jurist, advocaat in Den Haag. Broer van Grotius. Gravure van H. Bary naar een schilderij van Adriaan Hanneman.
Coll. Iconografisch Bureau, 's-Gravenhage. |
21 | Gustaaf Adolf, koning van Zweden. Schilderij van Pauwels van Hillegaert. Geveild door Sotheby's te Londen in 1974. |
22 | Jacob van der Burgh (r) en Jan Brosterhuyzen (l). Anonieme tekening in de collectie van Teylers Stichting, Haarlem. |
23 | Caes. Alex. Scaglia, abt van Staffarda en Mandanices, diplomaat, o.a. in dienst van Savoye te Brussel. Schilderij van Ant. van Dijck.
Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen.
Foto Kunstpatrimonium, Brussel. |
24 | Titelblad van de Ariane van Desmarets. De prent is gegraveerd door A. Bosse naar Cl. Vignon voor de druk van 1639. Deze verscheen dus niet meer anoniem (vgl. 606).
Ontleend aan een antiquariaatscatalogus. |
25 | Brief van Tesselschade Roemer Visschers aan P.C. Hooft, te Muiden ontvangen 15 juni 1634, over het overlijden van Allart en Teetje Crombalch (636). |
26 | Afschrift van een troostgedicht van dr. J. Pauw, de huisarts van de Crombalchs, voor Tesselschade. Fol. 2r van nr 25; het adres op fol. 2v en de tekst van nr 25 op 1r schijnen door. (636 Bijlage). |
| |
| |
27 | Eigenhandig gekalligrafeerd afschrift van Tesselschade's sonnet, waarin zij na twee jaar het sterven van haar man gedenkt. Vgl. 775 en de Bijlage. |
28 | Voorbeeld van een brief van de procureur R. Verburch te 's-Gravenhage (688). |
29 | Schutbladen van de katerns 2, 3 en 4, de bladzijden 91, 187 en 275 van UBA II C 11, vgl. de inleiding dl I 33-34.
Op de tweede katern, die geen schutblad had, schreef A.H.H. ‘Beginnenden van 't jaar 1618’ (Brandt zette er het paginanummer ‘89’ op, Huydecoper ‘No 67’)
Op de derde schreef Hooft ‘3’.
Op de vierde schreef A.H.H. ‘Tussen 3 en 4’, daarmee probeerde hij tevergeefs, de Amsterdamse en de Muidense reeks kladboeken tot één chronologische serie te maken. (Verb. herh. van I 141) |
30 | Vervolg. Katerns 5, 6 en 7, II C 11 335, 475 en 575.
Op de vijfde katern schreef Hooft of A.H.H. ‘4’.
Op de zesde schreef Hooft ‘5’.
Op de zevende staat een ‘6’ die vreemd uitgerekt van vorm is, waarschijnlijk aarzelend gezet door A.H.H. (Verb. herh. van I 143) |
31, 32 | Eerste (bewaarde) brief van P.C. Hooft aan J. Baak, van 8 april 1629. Het opschrift en het bovenste nummer 31 zijn van de hand van Brandt. De strepen langs de tekst met cirkeltjes en kruisjes (in rood krijt) zijn adviezen van A.H.H. om te couperen (298) (Verb. herh. van I 786, 790) |
33 | Sir Charles Morgan, commandant van de Engelse en Schotse regimenten in de Nederlanden, gouverneur o.a. van Naarden en Bergen op Zoom.
Schilderij van M. van Mierevelt, geveild door Sotheby's te Londen in 1968.
Foto Iconografisch Bureau, 's-Gravenhage. |
34 | Brief van Sir Charles Morgan aan P.C. Hooft, Naarden 6 september (1629) 329 (Verb. herh. van I 777). |
35 | Bouwkundig ontwerp van P. Vingboons voor de buitenplaats Driemond van de gebroeders Pelt, aan de samenvloeiïng van Gein, Gaasp en Weesp.
Coll. Rijksarchief in Noord-Holland, Haarlem. |
36 | Curiosum. Huis aan de Kennemerstraatweg te Alkmaar, waar die de buitensingel raakt. Zie de commentaar bij 780.
Prentbriefkaart, foto Jaap Schoen, Alkmaar. |
37 | Gerardus Ioannes Vossius, professor aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam.
Schilderij door of naar David Bailly.
Coll. Universiteit van Amsterdam.
Foto Lichtbeeldeninstituut aldaar. |
38 | Frederik Hendrik. Schilderij naar Anthonie van Dijck. Part. coll.
Foto Iconografisch Bureau, 's-Gravenhage. |
39 | Nicolaes Tulp, arts en burgemeester te Amsterdam. Schilderij van Cornelis van der Voort.
Coll. Six, Amsterdam. Foto Iconografisch Bureau, 's-Gravenhage. |
40 | Pieter Pietersz. Hasselaer, koopman, burgemeester enz. enz. en hoofdschout te Amsterdam. Zwager van P.C. Hooft.
Anoniem schilderij.
Foto Lichtbeeldeninstituut, Amsterdam. |
41 | Het Muiderslot. Schilderij van Jan Abrahamsz. Beerstraten (1658).
National Gallery, London.
Prentbriefkaart, uitgave E. Oosterbroek, Muiderslot. |
42 | Curiosum. Het Muiderslot. Anonieme achttiende-eeuwse waterverfschilderij naar nr 41. Eigen vinding van de schilder schijnt te zijn, dat Hooft, blootshoofds als bij Mierevelt-Houbraken ofschoon het daar te koud voor is en in dezelfde staatsiekleding, de be- |
| |
| |
| groeting van een gast in ontvangst staat te nemen - of aan een zwervende soldaat vraagt, wat hij daar te maken heeft. Of stond de schilder soms de ontmoeting uit 126 voor ogen, die hij evenals de gravure van Houbraken in Huydecoper's Brieven (no. 69) gevonden kan hebben?
Coll. Rijksarchief in Noord-Holland, Haarlem. |
43 | Het stadhuis te Naarden (1601, enige jaren geleden gerestaureerd).
Foto Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist. |
44 | P.C. Hooft. Ongesigneerde en ongedateerde schilderij naar Joachim von Sandrart (ca. 1638), door G. van Papenbroek in 1743 geschonken aan het Athenaeum te Amsterdam. Het schilderij van Sandrart volgt in dl. III.
Foto Stedelijk Museum aldaar. |
|
|