De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 989]
| |
Bijlage 698 Heughenis voor mijn' Here Vossius, om te schrijven aen D. Tuldenus.1 Helionora Hellemans, zijnde in weduwlijken staet, om bequaem teGa naar eind1 2 zijn tot erffenis van zeker Majoraet in Brabandt, alstoen genotenGa naar eind2 3 bij wijlen Don Francisco Hellemans haeren neeve, heeft verworvenGa naar eind3 4 van de Serenissime Infante Hooghl. ged. neutralitejt, ende dien- 5 volghends haere woonplaets genomen ende sedert gehouden totGa naar eind5 6 Zevenberghen. Nu is de voors D. Francisco in den voorleden jaere 7 1634 overleden, ende schijnt men in geschil te trekken oft zij de 8 weldaedt der voors Neutralitejt moght hebben verbeurt door haerGa naar eind8 9 huwlijk aengegaen met P C Hóóft Castelain van Mujden ende 10 Baljuw van Goejlandt, als zijnde in eedt der Staeten van Hollandt:Ga naar eind10 11 niettegenstaende zij bij haere huwlijksche voorwaerden ujtdruklijk 12 bedongen heeft te blijven bujten de maght haers mans in 't stuk 13 der woonplaetse, ende dat zij de zelve zoude moghen blijven 14 houden tot Zevenberghen voors. Ende heeft zij derhalven over 15 doen leveren reqe aen den Prinsse Cardinael Infant, ten einde zijnerGa naar eind15 16 Serenissime Hoogheit geliefde haer de gemelde neutralitejt te 17 bevestighen. Ende alzoo op 't zelve verzocht wort het advis van den 18 Heere President Rosa, wort de Heer D. Tuldenus dienstlijk ver-Ga naar eind18 19 zocht, zoo zijn' Ed. eenighe gunst heeft bij den voors Heere 20 President, de zelve te werke te stellen, ten ejnde zijner Ed. gelieve 21 de goede handt aen te houden, dat zij een genaedigh afschejdt op 22 haer verzoek bekoomen moghe: desgelijx, dat den HeereGa naar eind22 23 Tuldenus, met wien van haeren 't weghe geraedtpleeght is over 24 zeker proces tegens haer aengevangen van haeren broeder Carel 25 Hellemans, gelieve de vordering van haer goedt recht aen teGa naar eind25 26 bevelen den Heere Raedsheere Tuldenus zijnen broeder ende 27 andren Heeren, bij de welke de Heer Professor Tuldenus ijetwes 28 vermagh. Al 't welke de voors suppliante ende alle de haeren met 29 eeuwighe dankbaerheit en behoorlijke erkentenis overbodigh zijnGa naar eind29 30 te verschuldighen. 31 1 Maj. 1635.
Blijkbaar had Hooft Vossius om een ‘voorschrijven’ verzocht - in een verloren gegane brief of mondeling; er is geen aanwijsbaar verband met 698 - aan prof. dr. Theodorus of Diodorus Tuldenus, hoogleraar in het Romeins civiel | |
[pagina 990]
| |
recht te Leuven. Daartoe dient deze memorie. Tuldenus zou terwille van Leonora's neutraliteit Pieter Roose, chef-president van de Geheime Raad, moeten benaderen en ten tweede haar belangen aanbevelen bij zijn broer Jan, ook jurist en vicekanselier van de Raad van Brabant. Voor dit college diende het proces dat Carel Arnoutsz. tegen haar begonnen was. |
|