De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 845]
| |
818 Aen Doctor Tulp.1 Mijn' Heere,
2 Gisteravondt schreef ik U.E. bij de veerschujt die 's nachts vaeren 3 moest. Nu gaet deze bij afgevejrdighden waeghenaer, om U E. teGa naar eind3 4 zeggen, dat mijn' hujsvrouw (nae mijn verstandt) gisteravondt 5 ontrent tien ujren, geen' koortse, oft immers zeer weenigh had.Ga naar eind5 6 Maer 't luttel dat zij toen nuttighde heeft haer zoo wel niet 7 gesmaekt als op eergisteravondt. Deze nacht heeft zij zeer quaelijk 8 geslaepen mits gestaedighe quelling van muggen, daer zij niet 9 tegens had doen verzien met de netten die wij wel hebben, om dat 10 men der te vooren niet veel vernoomen had. Jegenwoordelijk houdGa naar eind10 11 ik haer niet vrij van koorts te wezen. Op haere bovenste lip zijn 12 ujtgeloopen twee van die blejntjes, die ik Doctor Fontejn z.g. welGa naar eind12 13 heb hooren zeggen, dat in 't begin der ziekte grooten brandt, ende,Ga naar eind13 14 wat spaeder koomende, bedujden dat zij over 't hooghst is. 15 Valt het Uwer E geleghen t'avondt hier te koomen vernachten, 16 om alsdan, ende morghen vroegh wederom, kennis van haere 17 gestaltenis te neemen, wij zullen daermede grootlijx getroost zijn,Ga naar eind17 18 ende de voerman vertoeven, tegens de ujre die 't U.E. geheven zalGa naar eind18 19 hem te stellen. In allen gevalle verwachten wij 't geen Uwer E. zalGa naar eind19 20 dienstighst dunken, ende beveelen de zelve den alderhooghsten in 21 genaede; in haere beste gunste, 22 Mijn' Heere, 23 Uwer E. 24 ganschdienstwen 25 P C Hóóft. 24 Van den hujze te Mujden, 25 19 Aug. 1636.
Vervolg. |
|