De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

Tweede deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 778]

780 Aen mê Joffrouwe, Mê Joffr^e Tesselscha Visschers, weduwe van S^r Crombalgh z.g. in de Langestraet, tot Alkmaer.

Loont.

1 Mê Joffr^e

2 Volghends U.E. begeerte is deze om te melden hoe Suseken althans² 3 hier bij ons gekomen is; ende haer oogh genezen; oft luttel 4 ontbreekt 'er aen. Arnout is 'er ook deur: Godt zij gedankt voor 5 bejde. Maer zeker mij dunkt dat U.E. niet met allen maeghdoom- 6 achtigh om haer hart is: dewijl zij meer van de vruchten dan van de⁶ 7 bloemen houdt. Doch 't hout, daer U.E. nu etlijke daeghen in⁷ 8 overgebraght heeft, dat Alkmaersche Belveder is genoegh om⁸ 9 ijemandt te verzaedighen met de lustigheden der Lente. Ik at, 10 voorleden zondagh, in 't Bijde<l> meer, met den vorst der 11 Pöeten, wiens naem bij letterplaetswisseling, ujtbrengt Belusar.¹¹ 12 Zeker Schoon Gebrujk is noch wenschlijker dan Schoon Zien, in 13 mijnen zin: Indien ook in uwen zin, wij zullen passen hem hier te¹³ 14 hebben, als U.E. zich verwaerdighen zal ter zelve plaetse te 15 verschijnen. Hij is een wijl' ujt Amsterdam geweest, ende men 16 zejde daer dat hij zich t' Alkmaer vondt. Doch 't wort van hem¹⁶ 17 miszaekt. Misschien is Belusar in Belveder geweest, zonder binnen 18 de vesten der stadt te koomen. U.E. magh 't weeten; ende blijve¹⁸ 19 hartlijk gegroet samt U.E. dochter, zuster, ende alle de kennissen, 20 ende Gode bevolen,

21 Mê Jofrr^e van

22 U.E.

23 Verplichten, dienstw^sten

24 P C Hóóft.

26 Mujden (acharme!) is geen petit Paris meer. De Franschen zijn²⁶ 27 heden vertrokken: zulx het een Schrejhoek van hunne vrijsters²⁷ 28 heeft moeten strekken, die gehujlt hebben als hofhonden.²⁸

29 Van den Hujze te Mujden, 27 Maj. 1636.

2 hoe: dat; althans: nu.

6 dewijl enz.: Tesselschade heeft blijkbaar geschreven dat zij in de pruimentijd komt, vgl. 778.

7 't hout: het bos, de Alkmaarder Hout.

8 overgebraght: doorgebracht, bij Anna; Belveder, huis van Dominicus Booth van Wesel, Anna Roemers' man. Het stond even buiten de singel van Alkmaar, dus kan Barlaeus Tesselschade daar bezoeken zonder ‘binnen de vesten der stadt te koomen’, r. 17. Worp vermeldt in Onw. Vr. blz. 164 een huis Belveder even buiten Alkmaar aan den voorhout, waar in 1870 een gedenksteen in geplaatst is. Op die aanwezige steen staat ‘Tesselschade’ en de naam van het in de 18e eeuw verbouwde huis staat op een oudere steen: ‘Bellevue’. Beide stenen geven een latere overlevering weer. Enig houvast biedt een artikel van A. Mekken in het Noord-Hollands Dagblad van 7 sept. 1960. De schr. heeft de geschiedenis van het huis nagegaan van 1644 af. In 1643 verkoopt Dominicus Booth van Wesel het aan Hendrick Kerckeringe, gewezen commandeur in Indië.^* 780 bevestigt dat de Van Wezels hier ook inderdaad woonden, hetzij 's winters, hetzij doorlopend; dat de Zijpe Anna te eenzaam was, blijkt al uit 208. Haar aanwezigheid in Alkmaar blijkt zelden (768, 954, 1138). Mekken zegt dat Anna 1 maart 1646 naar Leiden verhuisde en Tesselschade in 1642 naar Amsterdam. Het laatste wordt weerlegd door de adressen van Hooft's brieven, de laatste van 6 april 1645.

* 10 mei 1643. Rechterl. arch. Alkmaar 152 fol. 166.

11 ujtbrengt: oplevert; ‘Belusar’ is een anagram van ‘Barleus’, in het Italiaans kan men het laten betekenen ‘schoongebruik’, wat Hooft vergelijkt met ‘belveder’, d.i. ‘schoonzien’.

13 in uwen zin: naar uw mening; passen: zorgen; hem: Barlaeus.

16 van hem miszaekt: door hem ontkend.

18 magh: kunt.

26 het Franse garnizoen is uit Muiden vertrokken.

27 Schrejhoek: de oostelijke hoek van Amsterdam aan 't Y, waar nog de Schreierstoren staat, volgens de overlevering, die Hooft ook blijkt te kennen, zo genoemd omdat de vrouwen daar de uitvarende mannen schreiend nawuifden (Wagenaar, Amsterdam II, 54).

28 strekken: dienen tot.

[p. 779]

Lopend nieuws. Aandacht voor Barlaeus.

Origineel. UBA II C 13.238.

* 10 mei 1643. Rechterl. arch. Alkmaar 152 fol. 166.