De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
(1977)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdTweede deel
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 758]
| |
767 Aen den Ridder Constantijn Hujghens1 Mijn' heer,
2 Door zekren doctor Tol, man van hierlandsch hart en geboorte,Ga naar eind2 3 hoewel hij te Brussel woont, is den Heere Scaglia, tot verwinningGa naar eind3 4 zijner langdujrighe weeklijkheit, geraeden te nuttighen Holland-Ga naar eind4 5 schen boter, 's Graevezandsche kaez, en Waterlandschen tweebak.Ga naar eind5 6 Ook heeft de gemelde heer te mets verzien, door mij, van dezeGa naar eind6 7 spijzen, zich wonderlijk wel daerbij bevonden. Dies zouden wij 8 den zelven gejrne op nieuw, eenighen voorraedt toeschikken, inGa naar eind8 9 erkentenis zijner behulpzaemheden, hartlijk voorwaer en vujrigh,Ga naar eind9 10 al en hebben zij niet gebaet; mits nae lang ende kostelijk vervolghGa naar eind10 11 om bevestighing van de Neutralitejt mijner huisvrouwe, ons 12 endtlijk tot afschejdt gegeeven is, dat gunst in dezen geen' plaetsGa naar eind12 13 heeft, ende 't geen ons goeddunkt, in rechte te verzoeken staet:Ga naar eind13 14 't welk zoo veel is als plat afslaen. Nu hindert ons 't verbodt vanGa naar eind14 15 lijftoght nae Brabandt te voeren; zulx ik mij gedrongen zie mijn'Ga naar eind15 16 toevlucht t'Uwer Ed. gestr. te neemen, op hoope dat zij mij ende 17 mijnen swaegher Bartelottj, die ook ijetwes te bestellen heeft, zalGa naar eind17 18 weeten eenighen wegh te openen, om wat wijns en tweebax, totGa naar eind18 19 enkel behoef van de taefel des voorzejden heeren, te moghen der-Ga naar eind19 20 waerts aen zejnden. Op welke moejte, ik vertrouw, dat de quist-Ga naar eind20 21 zucht Uwer Ed. gestrengheit, in stoffe van gunst doen, niet zoo heel 22 naeuw en zal zien, 23 Mijn' heere, tegens 24 Uwer Ed. gestr. 25 Verplichtsten, toegeneightsten 26 dienaer 27 P C Hóóft. 26 Amsterdam, 27 5 Apr. 1636.
Hooft vraagt voor zich en G. Bartolotti de hulp van Huygens voor het verkrijgen van uitvoervergunningen naar de Spaanse Nederlanden. Hij wil de abbé Scaglia Hollandse eetwaar sturen die hem voorgeschreven is. |
|